VLAKKE PLAAT GERIBDE PLAAT - - A ..PLAS TISCHE Z ÖNE P L A S T1 CHE" Z E O 3 2 E R SC HUI V ING IN crr 0 6 0 8 10 2 ERSCHUIV 4 NG IN cm 0 6 0 8 0 IOC Zettings- en wrijvingsproeven Om te onderzoeken of de hierboven aangenomen drukverdeling op de drempel inderdaad zal optreden is op forse schaal een serie zettingsproeven op zware stortsteen verricht, zowel met een vlakke als met een van ribben voorziene betonplaat. Teneinde meer inzicht te krijgen in de aard en de grootte van de wrijving tussen een caisson en een stenen drempel zijn deze proeven gecombineerd met wrijvingsproeven. De opbouw van de drempel is op ware grootte aangebracht in een waterdichte put; daarop is een betonplaat gelegd van 10 m2, aan de ene zijde vlak, aan de andere zijde voorzien van een tweetal ribben. Hierover is een betonplaat van 20 m2 gelegd, om een te hoge en labiele stapeling van de voor het ballasten gebruikte stalen broodjes te vermijden. De plaat van 20 m2 is tevens gebruikt om bepaalde proeven met de 10 m2 plaat te herhalen, teneinde het schaaleffect vast te stellen. De plaats voor de proeven is gekozen onder de railbaan van de kabelbaan over de Grevelingen, naast het zware verankeringsblok. Met behulp van twee gondels konden de zware betonplaten worden verplaatst of ge kanteld, terwijl het verankeringsblok voldoende reactiekracht leverde om de betonplaten met de maximale ballaststapeling - totaal gewicht rond 300 ton in het ruwe steenbed te kunnen verschuiven ter bepaling van de wrijvingscoëfficiënt. Het verschuiven geschiedde met behulp van zware hydraulische vijzels. In totaal werden acht proeven verricht, waarbij behalve in de vloervorm geribde of vlakke vloer en in dit laatste geval 10 of 20 m2 ook variaties werden aangebracht in de drempelopbouw: 1 m a 1,25 m zware Belgische steen en basalt, beide 80/300 kg, op 75 cm mijnsteen en tenslotte 50 cm lichte Belgische steen 10 80 kg op 75 cm grof grind op 55 cm mijnsteen. De steen werd op willekeurige wijze gestort; eenmaal werd de geribde plaat met zijn ribben op vier zeer zware stenen gelegd om na te gaan of de stenen zouden worden ver drongen of zouden splijten. Dit laatste bleek het geval. Er moet bij worden vermeld dat de ribben met een stalen beplating waren gepantserd en dat het hier Belgische kalksteen betrof. Naderhand is de proef herhaald op zwaar basalt, dat harder is, terwijl de stalen beplating was weggelaten. Ook nu werd de steen verbrijzeld, maar niet in die mate als de Belgische steen. 201

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 37