3
4
Gaan we uit van de ongunstige veronderstelling dat de hoogst mogelijke waterstand en
de grootst denkbare golfaanval gelijktijdig optreden, dan is het niet nodig om ook nog
een waakhocgte in te voeren, en komen we tot een dijkkruinhoogte van 3,50 1,84 5,34
of - afgerond N.A.P. 5,40 m. Voor de toestand na 1969 geeft een dergelijke berekening
een vereiste kruinhoogte van N.A.P. 5 m, nu echter gebaseerd op een overschrijdings
frequentie van eens per 10 000 jaar.
Op de constructie van de dijk zijn de mogelijkheden van uitvoering van onmiddellijke
invloed geweest. De zate is gelegen op een gemiddelde hoogte van N.A.P. 0,50 m, dus
tussen H.W. en L.W. ter plaatse. Aangezien de bodem zeer slibrijk is, is het terrein niet
toegankelijk voor rijdend materieel, terwijl varend materieel niet voldoende waterdiepte
vindt. Vrijwel de enige mogelijkheid om onder deze omstandigheden met het werk boven
water te komen bestaat uit het spuiten van een zandplaat tot op enige hoogte boven
hoogwater, in dit geval tot N.A.P. 2 m. De zijwaartse belopen van deze zandplaat zullen
een natuurlijk profiel vormen, in dit geval waarschijnlijk onder een helling van 1 30 a
1 40. Op deze zandplaat, die men op het werk 'pannekoek' noemt, kan het profiel dan
verder op de gebruikelijke wijze worden opgebouwd, namelijk door middel van het op
persen van zand tussen twee perskaden.
De eerste fase van het werk bestond uit het aanbrengen van het benodigde zand in een
breed en zwaar profiel, zodat het enige tijd onbeschermd zou kunnen blijven liggen. Het
zand werd aangevoerd uit de ontgraving binnen de bouwput voor de uitwateringssluizen
in het Haringvliet. Aan dit werk werd begonnen in het voorjaar van 1964.
De tweede fase bestond uit het profileren van dit zandlichaam en het erop aanbrengen
van een bekleding.
Voordat een keus werd gemaakt ten aanzien van de soort dijkbekleding van het buiten
beloop werd een vergelijkende prijsberekening opgezet. De conclusie was dat een be
kleding van asfaltbeton voordeliger uitkwam dan toepassing van natuursteen- of beton-
glooiingen. Voor het bovenste gedeelte van het buitenbeloop zou een asfaltbekleding
ongeveer 10% duurder zijn dan een kleibekleding met grasmat. Onder meer in verband
met mogelijke schade aan een nieuw grasbeloop is voor het hele buitenbeloop asfalt
gekozen.
Ook op de kruin wordt een asfaltbekleding gemaakt, teneinde zowel ten behoeve van
het onderhoud als in geval van calamiteit transport per vrachtauto mogelijk te maken.
207