Een doorlaatcaisson voor het Veersche Gat wordt naar de plaats van bestemming gesleept andere zijde ballast worden geplaatst om de caissons in drijvende toestand vlak te stellen. Deze ballast werd onder in de bodembak aangebracht, omdat plaatsing boven in de caisson de stabiliteit in dwarsrichting ongunstig zou hebben beïnvloed. Het gevolg was echter dat tijdens het zinken een geringe slagzij optrad vanwege de antimetrie der te vullen ruimen. Ze werd nog versterkt doordat de buitencompartimenten aan de laagste zijde grotendeels door overstort werden gevuld. Er bestond evenwel geen enkel gevaar van kenteren, en ook herstelde de horizontale stand zich min of meer voordat de caisson de bodem raakte, zodat slechts een geringe afwijking van de aslijn der caissonreeks ont stond. Toch moet ernaar gestreefd worden, de caisson ook tijdens het zinken horizontaal te houden. De plaatsing is dan nauwkeuriger, men heeft de caisson beter in zijn macht, en kleine afwijkingen worden door het langs elkaar glijden van de ribben op de kop- wanden geredresseerd. Men kan dit bereiken door de caisson voorzover hij onder water verdwijnt niet alleen wat betreft de gewichtsverdeling, maar ook naar de vorm symmetrisch te maken ten opzichte van de langs- en dwarsscheepse assen. Dit wordt van meer belang naarmate de zinkweg groter is, dus bij diepgelegen drempels. De caissons voor het Veersche Gat werden wel tralieliggercaissons genoemd, omdat de stalen verbanden in de langswanden waren uitgevoerd als een traliewerk. De gedachte die aan de constructie ten grondslag lag was dat de langswanden - die uiteraard open moeten zijn voo-r de doorstroming zouden moeten bestaan uit een zware wapening zonder beton. Door de tralieligger voor elke langswand in tweeën te splitsen ontstonden bovendien aan weerszijden kooien, waarvan die aan de zijde van de schuif zou kunnen worden gevuld met stortmaterialen in het geval dat een schuif bij de sluiting zou weigeren. Bij de uitwerking en de uitvoering bleek de constructie van de tralieliggers tamelijk kostbaar. Ook was de weerstand in de stroom vrij hoog. Wanneer de caisson op ongunstige wijze op de ruw gevormde drempel steunde traden er grote krachten in de langswanden op. Ongunstig wil in dit verband zeggen: alleen aan de einden of in het midden. Zo'n belastingstoestand kan zeer wel optreden. Het verdient daarom de voorkeur in plaats van traliewerk enkele forse diagonalen te kiezen, die tevens met een grotere veiligheid tegen knik kunnen worden uitgevoerd. Een tweede sluitings mogelijkheid bij weigering van een schuif moet dan langs andere weg worden gevonden. Tenslotte zijn tijdens het gebruik nog enkele kleine bezwaren aan het licht gekomen die in een volgend ontwerp moeten zijn opgeheven. Het losmaken van de houten drijfschotten 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 29