De verlaging van de hoogwaterstanden zou op plaatsen waar de bodemopbouw daartoe aanleiding geeft verdrogingsverschijnselen kunnen veroorzaken, en nopen tot maat regelen ter verzekering van een goede vochtvoorziening van de bodem. De verlaging van de hoogwaterstanden tenslotte zal bovendien tot gevolg hebben, dat de bevaarbaarheid van een aantal killen, die thans nog onmisbaar zijn voor de bereik baarheid van talloze polders en hun geheel op het getij berekende loswallen, vermindert. Deze killen moeten worden uitgediept, tenzij op een andere manier in de ontsluiting zou worden voorzien. Uit de vorenstaande beschouwingen volgt wel dat het voor de aanpassing van de land- bouwpolders in de Biesbosch nodig is een aantal maatregelen te treffen; om dit op efficiën te wijze te kunnen doen is het van belang om tot een zekere concentratie van polders te komen. De vraag is hoever deze concentratie moet gaan. Bij het voorheen gevoerde overleg was gebleken dat ten aanzien van de omvang die de concentratie van de land- bouwpolders tot grotere bemalingseenheden in het oosten en noorden van de Biesbosch zou dienen te hebben, praktisch geen verschil van mening bestond. In 1963 zijn door het waterschap 'De Brabantsche Biesbosch' dan ock principeplannen voorgesteld voor de aanpassing van de tot een Oostwaard en een Noordwaard geconcentreerd gedachte polders in het oosten en het noorden. Beide plannen verwierven de instemming van Ge deputeerde Staten van Noord-Brabant. Het plan voor de Oostwaard voorziet in een afsluiting van de Aakvlaai, de Oostkil, de Bakkerskil (Jeppegat/Westkil), de Bruine Kil, en de kil te Werkendam. Aan de kaden die deel zullen uitmaken van de ringkade, zullen hier en daar voorzieningen worden getroffen. Het door de ringkade omsloten gebied zal afwateren op de Bruine Kil en de Oostkil, die als hoofdafvoerleidingen zijn geprojecteerd met een polderpeil van N.A.P. - 1,20 m, respectievelijk N.A.P. 1,43 m. Deze hoofdafvoerleidingen zullen beide aan hun mond worden voorzien van een elektrische bemalingsinstallatie. Bij de bepaling van de capaciteit van deze gemalen is rekening gehouden met het toenemen van de kwel. De Bakkerskil is als centrale inlaatleiding geprojecteerd, terwijl de gelegenheid blijft bestaan elders water uit het Steurgat in te laten. In aansluiting op deze voorzieningen zal ook de detail-waterbeheersing worden aangepast en zal op bepaalde plaatsen een aanvul lende drainage worden uitgevoerd om achteruitgang van de grond onder invloed van de sterkere kwel te compenseren. Voor het verkeer, dat momenteel nog voor een groot deel over water plaatsvindt, zullen voorzieningen worden getroffen in de vorm van een aanpassing en aanvulling van het bestaande wegenstelsel en de aanleg van enkele centrale loswallen. Het vervoer dat thans nog gebruik maakt van de haventjes van Wer kendam, Kille, Nieuwendijk, Vierbannen en Hank, zal in de toekomst moeten geschieden via de aan te passen en de nieuwe wegen en de centrale loswallen, of geheel over de weg moeten plaatsvinden. Ook voor dat deel van het recreatieverkeer te water, dat thans Hank als basis heeft, zijn bepaalde compenserende voorzieningen nodig. De grienden en rietgorzen die binnen de ringkade komen te liggen, zullen hun betekenis voor de teelt grotendeels verliezen. Het waterschapsbestuur is tot de conclusie gekomen, dat de te treffen voorzieningen - met uitzondering van de bouw van de gemalen - het beste kunnen worden gerealiseerd in het kader van een ruilverkaveling, waarmee tevens een belangrijke verbetering van de bestaande cultuurtechnische situatie kan worden bereikt. In verband hiermee heeft het waterschapsbestuur, in aansluiting op de aanvraag tot ruilverkaveling van het gehele waterschapsgebied, in 1962 aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verzocht te willen bevorderen dat aan de ruilverkaveling van de Oostwaard voorrang wordt verleend. Deze ruilverkaveling bevindt zich thans in voorbereiding. Door de Centrale Cultuur- 180

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 18