Dat enerzijds gesproken moet worden van een voor de landbouw minimale oplossing vindt zijn oorzaak in het volgende. Zoals gezegd zal na de afsluiting van het Haringvl t de veiligheid tegen overstroming van de Biesboschpolders belangrijk zijn toegenomen, maar ze blijft niettemin beneden hetgeen voor andere delen van ons land als criterium wordt aanvaard. Het streven zal dan ook waarschijnlijk wel zijn deze veiligheid verder e vergroten. In principe staan hiervoor twee mogelijkheden open, namelijk een verhoging en versterking van de ringkaden rond de geconcentreerde bemalingseenheden, ofwel het aa - leggen van een ringdijk rond de gehele Biesbosch Voorzover het de Oostwaard en de Noordwaard betreft valt de eerstgenoemde methode niet zonder meer te verwerpen indien de lengte van de ringkade in verhouding tot de daar binnen gevatte oppervlakte land zo klein mogelijk wordt gehouden. Bij de Zuidwaard is deze laatste verhouding veel onguns - ger en is de eerstbedoelde oplossing kostbaar. Een bevredigende ontsluiting van de Zui - waard is trouwens ook vrij kostbaar. Bij overweging van het vorenstaande dringt de conclusie zich op dat bij het handhaven van het zuidelijk deel van de Biesbosch als watersportgebied van enig formaat, waarbij dan niet tot concentratie van polders in het zuidwestelijke deel van de Biesbosch kan worden overgegaan, op langere termijn gezien waarschijnlijk zou moeten worden ge rekend met een andere bestemming van deze polders. Wat betreft een dergelijke verandering van bestemming hebben de ideeën van de ge meente Rotterdam om in de Biesbosch spaarbekkens aan te leggen ten behoeve van de watervoorziening van de bevolking en de industrie van de Rotterdamse agglomeratie, de aandacht getrokken. Rotterdam is namelijk genoodzaakt om reeds vrij spoedig na het gereedkomen van het thans in uitvoering zijnde Beerenplaat-project verdergaande maa regelen te nemen ter verzekering van een goede watervoorziening. Welke oplossing voor dit Rotterdamse probleem uiteindelijk ook zal worden gevonden, als vaststaand ka worden aangenomen dat men in de komende decennia op meerdere plaatsen in ons lan voor een goede watervoorziening van bevolking en industrie zijn toevlucht zal moeten nemen tot spaarbekkens. Ondermeer in het stroomgebied van de Maas zal zodoende ee behoefte ontstaan aan vrij uitgestrekte terreinen die als spaarbekken kunnen worden in gericht. Het is zeker de moeite waard te onderzoeken of enkele landbouwpolders in hel zuidwestelijk deel van de Biesbosch op ten aanzien van de landschapsvoorziening er recreatie verantwoorde wijze voor dit doel kunnen worden gebruikt. De Biesbosch is eeuwenlang het onderwerp van veel onenigheid in ons land geweest. Wo betreft de toekomst beginnen zich langzamerhand enkele lijnen af te tekenen, voor he oosten en noorden meer, voor het zuidwesten minder duidelijk. Een eerste voorwaarde voor het bereiken van een oplossing van het Biesboschvraagstuk in zijn geheel lijkt da de goede sfeer waarin dit geladen onderwerp tot dusverre kon worden behandeld, wa betreft de aanpassing aan de gevolgen van het Deltaplan ook in de toekomst behouden blijft. 186

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 24