STALEN BALLASTBROODJES l.' 11 i 1 F 11 1 ANKERBLOK KABELBA. De betonnen ribben werden slechts hier en daar iets beschadigd. Na de eerste proef ieek de 75 cm dikke mijnsteenlaag onder een belasting van 22 t/m2 15 cm te zijn samengedrukt. Het was niet mogelijk de mijnsteenlaag voor elke proef geheel te vernieuwen; de la g is telkens losgewerkt en voor zover nodig aangevuld. Voor de gegeven zettingsgrafi ken is zo goed mogelijk geschat hoe groot het effect van een nieuwe laag mijnsteen zou zijn geweest. De laag stortsteen is wèl voor elke proef nieuw aangebracht, behalve /oor proef 7, waar de laag van proef 6 is gebruikt. Wanneer de 50 cm hoge ribben ongeveer 40 cm in de steen zijn gedrongen begint ook de plaat op de steen te dragen. De overgang tussen de belastingschaal in t/m rib en 7mJ plaat ligt dus bij 40 a 50 cm zetting; deze toestand treedt op bij een belasting va 15 a 30 t/m rib. De caissonbodem is zodanig geprofileerd, dat meteen na het zinken va de caisson de ribbelasting minstens 40 t/m bedraagt, zodat, wanneer de drempel ter plaatse van het midden van de caisson het hoogste ligt, ook de vlakke delen van de caisonbc em mee gaan dragen en een gunstige dwarskrachtverdeling optreedt bij het vullen va> de ballastbak. Opmerkelijk zijn de zettingen die door verschuiving van de caisson ontstaan; de cahson wordt als het ware in het steenbed gewreven, waarbij de aansluiting tussen caisson en drempel gunstiger wordt - o.a. tegen onderloopsheid en de wrijvingscoëfficiënt oe- neemt. De drempel wordt harder, compacter en dit komt tot uiting in het zogenaamde beddingsgetal, dat van 1 a 2 kg/cm2 stijgt tot 3 a 4 kg cm2, zoals uit de opvering var de steen bij het verwijderen van de belasting kon worden afgeleid. Het beddingsgetal g eft de belasting in kg/cm2 weer bij 1 cm indrukking van het steenbed. Wat het verschijnsel van de wrijving zelf betreft werd het volgende opgemerkt. Onder invloed van een zijdelingse belasting van voldoende grootte verschuift de caisson 20 c 30 cm eer de schikking van de stenen op de drempel zodanig is gewijzigd, dat de maximale wrijving is gemobiliseerd. Wordt nu de zijdelingse belasting verwijderd, dan veert de caisson 1 a 2 cm terug. Opnieuw aanbrengen van de belasting die in de natuur wcrdt veroorzaakt door verval en golven - doet allereerst deze elastische terugvering teniet, en laat vervolgens de caisson 5 tot 10 cm verschuiven terwijl de wrijvingskracht oploopt totdat ze weer haar maximale waarde heeft bereikt, daarna treedt doorgaande ver schuiving op. Er is dus een onderste grens aan de wrijvingscoëfficiënt waarbeneden de caisson slechts 202

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1965 | | pagina 40