geacht van N.A.P.-2,50 m. Om aan de vereiste boezemoppervlakte te komen wordt aan het westelijk einde een kleine plas gebaggerd, die een functie zal krijgen in het land schapsplan. Het gehele baggerwerk omvat een hoeveelheid specie van 1 500 000 m3. 400 000 m3 grond, die zal vrijkomen uit het verbindingskanaal tussen het Zuiderdiep en de haven van Dirksland, is vrij zanderig en zal worden verwerkt in het nabij gelegen gedeelte van het kunstmatige duin op de Plaat van Scheelhoek. De uit het Zuiderdiep te baggeren 260 000 m3 specie bestaat vrijwel geheel uit slib en klei en zal worden geperst naar een achter de binnenhaven daartoe aan te leggen depot. De meer westelijk te ontgraven specie is bruikbaar en zal worden verwerkt in de basis van het weglichaam van de dammenweg waar deze docr het Zuiderdiep loopt; het resterende deel zal worden gebruikt voor ophogingen buiten het boezemgebied. De werken moeten worden uitgevoerd in een geheel afgesloten gebied en dat maakte het dubbel noodzakelijk dat men zich van te voren goed beraadde op de keuze van het materieel. De werktuigen zijn namelijk vanuit de haven van Dirksland naar binnen ge bracht door een grondsluis, waarbij ze vanaf het buitenwater in een vooraf gemaakte kom werden gebracht, die daarna met een gronddam van het buitenwater werd afge sloten. Via een nieuwe doorgraving aan de voorkant van de werktuigen konden ze in hun eigenlijke werkgebied komen. Na beëindiging van het werk zullen ze op soortge lijke wijze weer moeten worden afgevoerd. Omdat in verband met de beschikbare tijd van tweeëneenhalf jaar voor het hele werk een gemiddelde weekcapaciteit moet worden gehaald van 10 000 m3, werd een cutter zuiger het meest geschikte werktuig geacht. Het gehele zuigwerk zal zich vanaf het punt aan de oostzijde van de boezem, v/aar de zuiger naar binnen is gebracht, in westelijke richting bewegen. Gedurende het baggerwerk staat de kom waarin de zuiger werkt ten gevolge van de hoge ligging van het terrein niet in verbinding met de boezem. Dienten gevolge moet het perswater dat door de zuiger wordt gebruikt, worden gesuppleerd door een pompinstallatie die water uit de haven van Dirksland in de kom brengt. In het laatste stadium van het werk, als de zuiger in het boezemwater is gekomen en de specie buiten de boezem wordt verwerkt, kan zonodig water worden ingelaten door de tijdelijke lozings installatie. 246

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 24