DWARS DOORSNEDE +O.SO h^5Li°LÊ2 Dwarsprofiel van het kanaal naar de haven van Dirksland met detail van de oevervoorziening Het verbindingskanaal krijgt een bodembreedte van 25 m op een diepte van N.A.P. - 2,50 m. De onderwaterbelopen krijgen een helling van 1:4. Thans wordt alleen de oever aan de kant van de dijk afgewerkt, omdat hier kan worden gewerkt vanaf de hoog gelegen berm. De andere zijde is onbegaanbaar en zal, nadat enige consolidatie is op getreden tengevolge van lagere waterstanden, in het kader van de daar uit te voeren landaanwinningswerken worden aangepakt. Het ligt in de bedoeling om in de toekomst een rietberm langs de oever tot ontwikkeling te brengen. Dit kan echter pas plaats vinden als de boezem zal worden verzoet, dus na de afsluiting van het Haringvliet. Nu wordt volstaan met het maken van het later daartoe vereiste profiel, waarbij het belocp thans over enige afstand beneden en boven de water lijn wordt beschermd met een laag grof grind ter dikte van 15 cm. Boven N.A.P.0,50 m sluit hier de kleibekleding van de berm tussen kanaal en dijk op aan. De in het Zuiderdiep te baggeren geul is zodanig gedimensioneerd dat samen met het reeds aanwezige profiel minstens een profieloppervlak wordt verkregen als in het beschreven verbindingskanaal. De belopen worden hier niet afgewerkt, omdat verwacht wordt dat in de slikgronden op natuurlijke wijze een geschikt oeverprofiel tot stand zal komen. Het landschapsplan dat het Staatsbosbeheer voor de Zuiderdiepboezem heeft ontworpen verdeelt het gebied naar zijn bestemming in tweeën. De terreinen ten westen van de dammenweg en het daar voor de berging gebaggerde plasje krijgen een recreatieve bestemming. Van het oostelijk gedeelte wil men een rustig gebied maken ten dienste van de natuurbescherming. Het overblijvende gedeelte van de Plaat van Scheelhoek dat hier ligt, zal tengevolge van de indijking wel van karakter veranderen, maar niettemin kunnen blijven dienen als pleisterplaats voor overtrekkend waterwild. Daartoe is het noodzakelijk dat de waterstand wordt opgezet tot een hoger peil dan de boezemstand. Om dit mogelijk te maken wordt een kade langs de zuidelijke rand van de plaat gelegd, met daarbinnen een watergang voor de distributie van het uit de boezem door middel van een vijzelpomp op te malen water. 247

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 25