De drempeldiepte van de schutsluis is vastgesteld op N.A.P.-4,50 m. Ook bij lage water standen op de Lauwerszeeboezem bv. N.A.P. 1,40 m zullen schepen met een diep gang van 2,8 a 3 m nog door de sluis kunnen varen. Een zo lage waterstand zal tot de uitzonderingen behoren. Op grond van deze eisen zijn de afmetingen van de schutsluis als volgt gekozen: een schutlengte van 65 m, voor uitzonderingsgevallen van 70 m, een kolkwijdte van 9 m en een drempeldiepte van N.A.P.-4,50 m. De schutsluis te Dokkumer Nieuwe Zijlen De schutkolk van de huidige Dokkumer Nieuwe Zijlen heeft een zeer beperkte drempel diepte, n.l. van N.A.P. - 2,77 m, d.w.z. 2,27 m onder de op de Friese boezem normale waterstand van N.A.P.0,50 m. Op de Lauwerszeeboezem zal een waterstand van N.A.P.-0,83 a 0,93 m worden nagestreefd. Boven de zeewaartse drempel van deze sluis zal na de afsluiting onder normale omstandigheden niet meer dan 2,77 - 0,83 1,94 m water staan. De toch al beperkte mogelijkheden voor de scheepvaart zullen hierdoor nog verder afnemen. Met het oo'g hierop is naast de Dokkumer Nieuwe Zijlen een schut-, tevens uitwaterings sluis ontworpen, waarvan de afmetingen geheel zijn aangepast aan die van de schutsluis in de afsluitdijk, zodat alle schepen die van de Noordzee, de Waddenzee of via het Reitdiep in de Lauwerszee komen, ook het Dokkumer Grootdiep kunnen binnenvaren. Deze sluis zal komen te liggen ter plaatse van de zuil die even ten zuiden van de Dokkumer Nieuwe Zijlen op de Statendijk is geplaatst ter herinnering aan de afsluiting van het Dokkumer Grootdiep in 1729. De gedenkzuil, die thans vermoedelijk staat opge steld boven de plaats waar het Dokkumer Grootdiep definitief werd afgesloten, zal elders een passende plaats krijgen. Bij het verrichten van grondboringen ten behoeve van de bouw van de nieuwe sluis tekende de vorm van de voormalige stroomgeul zich duidelijk af. Misschien zullen bij het ontgraven van de bouwput voor de sluis nog resten van de sluitkade in deze geul worden aangetroffen. De constructie van de sluizen De constructie van de beide schutsluizen is in grote trekken dezelfde; beide hebben een bakprofiel. Elk der sluizen bestaat uit een binnenhoofd, een door een tussenhoofd in twee moten verdeelde schutkolk, een bruggehoofd waarop een ophaalbrug wordt ge- plaats en een buitenhoofd. De sluis in de afsluitdijk is iets langer dan die te Dokkumer Nieuwe Zijlen, omdat daarin een extra stel buitendeuren is opgenomen als reservestormvloedkering. In de sluis te Dokkumer Nieuwe Zijlen, die deel uitmaakt van de tweede waterkering rond de Lauwers zee, is een dubbel stel vloeddeuren niet nodig. De puntdeuren in de sluizen zijn zoveel mogelijk van het zelfde type; ze kunnen dan zo nodig worden uitgewisseld. In beide sluizen kan zowel over de eb als over de vloed, dat wil zeggen zowel met een ten opzichte van het binnenpeil hoger als lager buitenpeil worden geschut. In de sluis- hoofden zijn dus vloed- en ebdeuren aanwezig. Om de sluis te Dokkumer Nieuwe Zijlen ook als uitwateringssluis te kunnen gebruiken heeft men in het binnenhoofd een stel waaierdeuren opgenomen. Dit type deuren, dat 267

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 45