a b Uit de relaties tussen de H.W.'s en L.' Brouwershaven H.W. doodtij N.A.P. 110 cm 102) gem. tij N.A.P. 140 cm 129) springtij N.A.P. 162 cm 149) '.'s te Zierikzee en Brouwershaven volgt voor L.W. Tijversch i I N.A.P. 111 cm 107) 221 (209) N.A.P. 122 cm 114) 262 (243) N.A.P. 132 cm 118) 294 (267) De tussen haakjes geplaatste getallen zijn weer de slotgemiddelden uit het tienjarig overzicht 1951-1960. Uit deze tabel blijkt dat door de aanleg van de dam de volgende veranderingen in de L.W's, H.W.'s en tijverschiIlen te Brouwershaven zijn opgetreden: H.W. L.W. T.V. doodtij 8 cm 4 cm 12 cm gem. tij 11 cm 8 cm 19 cm springtij 13 cm 14 cm 27 cm De volgens beide methoden gevonden veranderingen in de H.W.'s, L.W.'s en tijverschiIlen te Brouwershaven tengevolge van de afsluiting van de Grevelingen blijken onderling goed overeen te stemmen. De na afsluiting opgetreden relaties tussen de H.W.- en L.W.-standen van de registrerende peilschalen ie Brouwershaven en Grevelingen-West, gelegen aan de westzijde van de scheepvaartsluis in de dam, werden bepaald uit de geregistreerde getijden in de maanden januari t/m oktober 1965. Voor Grevelingen-West resulteerden daaruit de volgende gemiddelde hoog- en laag- waterstanden: H.W. L.W. T.V. doodtij N.A.P. 133 cm N.A.P. 122 cm 255 cm gem. tij N.A.P. 170 cm N.A.P. 141 cm 311 cm springtij N.A.P. 4- 193 cm N.A.P. 156 cm 349 cm 290

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 12