Situatie der golfmeetopstellingen
Met de golfamplitudeschrijver kan de optredende golfhoogte in onregelmatige tijdsinter
vallen worden vastgesteld. De verkregen meetgegevens worden gebruikt bij het statistisch
onderzoek naar de optredende golfhoogten in de mond van het Haringvliet en op de
Maasvlakte. Behalve voor het onderzoek waarbij patroon en karakter van de golfbe
weging wordt bestudeerd, zijn deze gegevens tevens noodzakelijk om inzicht te verkrijgen
in de frequentie waarmee zekere golfhoogten in een bepaald gebied per jaar optreden.
Met de golfamplitudeschrijver wordt dus bepaald hoe vaak een bepaalde golfhoogte
voorkomt, terwijl de elektrische stappenbaak de feitelijke variatie van de waterspiegel
bij golfbeweging weergeeft, waaruit kan worden opgemaakt hoeveel energie in een
bepaald golfbeeld aanwezig is en wat de invloed daarvan kan zijn op de kust of op te
bouwen kunstwerken. Voor het golfonderzoek is het van belang om de waterstand ge
durende het getij te kennen daar met name in het ondiepere water nabij de kust en in
de mond van de zeearmen de golfhoogte niet alleen wordt bepaald door de wind maar
ook door de waterdiepte, die op haar beurt wordt bepaald door de waterstand. De
elektrische stappenbaak kan tevens worden gebruikt als getijschrijver, hetgeen niet moge
lijk is met de golfamplitudeschrijver. Daarom moet in een meetpunt waar een golfamplitu
deschrijver is opgesteld tevens een getijschrijver worden geplaatst.
De elektrische stappenbaak bestaat uit een 10 m lange kabel waaraan, op onderlinge
afstanden van 5 cm, 200 elektroden zijn bevestigd. Deze baak wordt verticaal in het water
geplaatst, met het benedeneinde van de kabel op een diepte van ongeveer IV2 m beneden
de normale laagwaterstand. Bij een meetstelling wordt de baak aan de stelling zelf
bevestigd, bij een golfmeetpaal eerst in een stalen frame gehangen, dat daarna aan de
paal wordt bevestigd.
Buiten de kabel zijn de elektroden zolang ze zich boven water bevinden van elkaar
geïsoleerd, via de kabel echter zijn ze verbonden aan een serie van 200 parallel ge
schakelde condensatoren. Het geheel vormt een circuit met veranderlijke resonantie
frequentie; de verandering wordt bewerkstelligd indien door de golfbeweging meer of
minder elektroden door het zeewater worden kortgesloten. De frequentie kan variëren
van 1000 tot 3000 Hertz; de capaciteit van de afzonderlijke condensatoren is zodanig
gekozen, dat de frequentieverandering plaatsvindt in 200 gelijke stappen van 10 Hertz.
Staat de baak geheel droog, dan bedraagt de resonantiefrequentie van het circuit
3000 Hertz; bevinden zich 20 elektroden onder water, dan is de frequentie 3000 -
307