Het werk kan voor het merendeel worden verricht door ongeschoolde krachten. Tenslotte heeft een dambouwschip het grote voordeel dat het een jaar na bestelling van stapel kan lopen, een veel kortere tijd dan nodig is voor de vervaardiging en opstelling van een kabelbaan; mits goed bemeten is het bovendien meteen weer bruik baar voor een volgende sluiting. Er blijven echter enkele belangrijke vragen ter beantwoording over, voordat omtrent de bruikbaarheid van een dambouwschip een gefundeerd oordeel mogelijk is. Het dambouwschip, dat men zich b.v. zou kunnen voorstellen als een catamaran dat is een schip met twee drijflichamen op enige afstand van elkaar moet voldoende zwaar en tegelijk hanteerbaar verankerd kunnen worden om niet alleen bij normale, maar ook onder moeilijke omstandigheden te kunnen werken. Het is immers mogelijk dat op een gedeelte van de dam waar de stroomsnelheden maximaal zijn moet worden nagestort vanwege verzakkingen of uitschuringen. De eis dat men er ook steen mee moet kunnen storten verzwaart het ontwerp. Het schetsontwerp van een dambouwschip dat bij dit artikel is gereproduceerd wordt door een studiecommissie op zijn merites onderzocht. Naast bedrijfstechnische werden scheep vaartkundige eisen geformuleerd waaraan een uiteindelijk ontwerp zal moeten voldoen. Het ligt in het voornemen op elk gebied de hulp in te roepen van gespecialiseerde ont werpbureaus en de ontwerpen door wetenschappelijke instituten te laten onderzoeken op hun bruikbaarheid. Het voorlopige programma van eisen, zoals dat thans is vastgesteld, is gericht op de constructie van een dambouwschip dat: a. geschikt is voor het aanmaken en verwerken van verpakt en/of gestabHiseerd zand, eventueel onder toevoeging van grind; b. in staat is een gedeelte van zijn capaciteit te gebruiken voor de verwerking van zware storsteen; c. een zeer grote werkcapaciteit heeft; d. continu kan werken, en dus ook continu met materialen kan worden gevoed; e. bruikbaar is bij een tijverschil tot 3,5 m, en in staat een beteugelingsdam op te storten tot minstens 1 meter boven hoog water; f. heen en weer verhaalbaar is zowel in de werkrichting als dwars daarop, van oever tot oever; g. veilig en rustig genoeg ligt om betrouwbaar en nauwkeurig te kunnen werken bij watersnelheden tot 4m/sec. en zo mogelijk bij deining en windgolven ten gevolge van windkracht acht a negen; h. de werkzaamheden snel kan afbreken om een vluchthaven binnen te lopen; i. centraal kan worden bediend en bestuurd. Indien mogelijk blijkt een dambouwschip te construeren dat voldoet aan al deze eisen, dan zal, naar een voorlopige globale schatting leert, damaanleg met behulp van dit schip niet alleen technisch, maar ook economisch op verantwoorde wijze kunnen geschieden. 322

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 44