Stroombeelden in het sluitgat volgens het water loopkundig onderzoek. Het oorspronkelijke ont worpen sluitgat van 1000 m (a) werd gewijzigd in een sluitgat van 900 m (b). Bij het uiteindelijk ontwerp werd het sluitgat 10° gedraaid, en werd een leidam toegevoegd (c). sluitgat trok een vrij sterke stroom uit het Nieuwe Robbengat, die de hoofdstroom in het sluitgat vrijwel haaks in de flank trof en daardoor een zeer turbulent stroomgebied nabij het Groninger landhoofd veroorzaakte. Voor deze moeilijkheid is evenwel een oplossing gevonden: de stroom uit het Nieuwe Robbengat, dat een ebvolume heeft van 14 miljoen m3 water, zal worden omgedrukt door middel van een leidam van 170 m lengte. Bovendien is het sluitgat nog enigszins tegen de wijzers van de klok in gedraaid om juist bij de felle ebstromen het regelmatigste stroombeeld te verkrijgen. De afmetingen van het sluitgat Gezien de grote afmetingen van het sluitgat is het zonder een onevenredig grota krachtsinspanning niet mogelijk om de bodembescherming door middel van zinkstukken er moet ongeveer 20 ha bezonken worden - in één werkseizoen gereed te maken. Er zal dus gedurende meer dan één stormseizoen moeten worden overwinterd. De ervaring bij vorige sluitgaten in ons land heeft geleerd, dat de gemiddelde stroomsnelheden bij 379

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 45