Onmiddellijk ten westen van de nieuwe landbouwhaven van Kortgene is voorts met
overheidssteun een zwembad gebouwd.
Aan de overzijde van het water, op het gebied van de gemeente Wolphaartsdijk, zijn
naast de ook als jachthaven gebruikte nieuwe landbouwhaven nog een drietal jachthavens
tot stand gekomen zonder de steun van het Rijk, onder meer de haven van de Royal
Yachting Club de Belgique. Ook hier vindt men botenverhuurbedrijven, een clubhuis,
restaurants en twee loodsen voor winterberging.
In het westelijk deel van het Veerse Meer beschikt Veere reeds enige jaren over de als
jachthaven ingerichte voormalige vissershaven. Verder kunnen in dit deel van het gebied
nog worden genoemd een jachtwerf in de mond van het kanaal door Walcheren en twee
jachthavens in aanbouw, namelijk in de voormalige werkhoven bij Veere en bij de mond
van het havenkanaal van Kamperland. Na het gereedkomen hiervan zal men in de
havens van het Veerse Meer de beschikking hebben over ca. 1400 ligplaatsen.
De gebruikswaarde van een watersportgebied wordt groter naarmate de openbare oever
stroken vanaf het water beter toegankelijk zijn gemaakt. Naast de bestaande aanleg
plaatsen te Veere, aan de Veerse Dam en op de 'Haringvreter' zijn thans ook nog op
verschillende andere punten aanlegsteigers in aanbouw. In de landbouwhaven 'De Piet'
wordt nog een aantal ligplaatsen gemaakt ten behoeve van het bezoek aan het in de
buurt gelegen uitgestrekte recreatiegebied.
Tenslotte zij vermeld dat op een voor de bouw van zomerwoningen bestemd particulier
oeverterrein nabij Kamperland een begin is gemaakt met het bouwrijp maken van de
grond, en dat het gebouwencomplex van het jeugdontmoetingscentrum 'Het Zilveren
Schor' nagenoeg is voltooid. Het overige deel van dit tegen Walcheren gelegen kroon
domein zal worden bebost.
Zoals gezegd kwam het Veerse Meer ruim vijf jaar gelegen ter beschikking voor nieuwe
mogelijkheden, vooral op het gebied van de recreatie. Het tempo van de ontwikkeling
van dit gebied weerspiegelt het feit dat de openluchtrecreatie en het toerisme vooral
de laatste jaren een grote vlucht hebben genomen. Het overheidsbeleid ten aanzien van
de ontwikkeling van uitgestrekte nieuwe recreatiegebieden staat nog voor verschillende
vraagstukken. Voorop staat het probleem van de financiering van de geen baten afwer
pende algemene recreatieve voorzieningen. In onmiddellijk verband daarmee staat het
vraagstuk van het beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.
Voor een gezonde ontwikkeling is het in ieder geval essentieel dat de belanghebbende
gemeenten tot een verregaande mate van samenwerking geraken. Te dien aanzien werd
in 1965 een belangrijke stap gezet met de instelling van het rechtspersoonlijkheid be
zittend lichaam het 'Veerse Meer' waarin de acht rondom het meer gelegen gemeenten
en de provincie samenwerken.
400