Ontgrondingen in sluitgaten Bij de afsluiting van de zeearmen in het Deltagebied treden altijd ontgrondingen op ter weerszijden van de drempels. Komt er ter plaatse van de te maken sluitdam losgepakt zand in de bodem voor, dan is de kans op zettingsvloeiing niet uitgesloten. Onder de grote druk van de opgestorte drempel, waardoor de waterspanningen in de bodem worden verhoogd en de wrijving tussen de korrels van het bodemmateriaal kan worden verminderd, gaan de zanddeeltjes van het losgepakte zand zich soms gedragen alsof ze zich vrij in water bewegen, en het kan dan tot gevaarlijke verzakkingen van dam en drem pel komen. De boringen en sonderingen die ter voorbereiding van de afsluiting zijn verricht in het Brouwershavensche Gat en later ook in de Oosterschelde, toonden aan dat zich daar mogelijk losgepakt zand in de bodem bevindt. Dat deed de vraag rijzen of de bodemsamenstelling in die zeearmen wel een sluiting met behulp van caissons toestaat. Verzakking van de drempel waarop de caissons moeten worden geplaatst of waarop wellicht reeds een aantal caissons is geplaatst, kan immers zeer ernstige gevolgen hebben. Vergt het herstel van een aangetaste drempel, wanneer zich daarop b.v. ook nog één of meer verzakte caissons bevinden, teveel tijd, dan bestaat de kans dat de sluiting onder veel ongunstiger omstandigheden moet worden verricht dan bij de planning was voorzien. Men heeft daarom ook de mogelijkheid in studie genomen van een geleidelijke sluiting, waarbij de drempel over zijn volle lengte geleidelijk wordt omhoog gewerkt. Een groot voordeel van zulk een geleidelijke sluiting, die wordt uitgevoerd met gebruikmaking van een kabelbaan of een dambouwschip, ten opzichte van een sluiting met behulp van caissons is gelegen in de mogelijkheid om veel gemakkelijker en sneller de ongunstige gevolgen van een verzakking of van een door andere oorzaken ontstane schade aan drempel of dam op te heffen. Door de gehele capaciteit van de kabelbaan of het dambouwschip te concentreren op de bedreigde plaats kan men de schade snel herstellen. Zou evenwel bij de voorstudies blijken dat in een bepaald geval bij een geleidelijke sluiting grotere ontgrondingen optreden dan bij een caissonsluiting, dan groeit ook het risico van zettingsvloeiingen. Het wordt dan twijfelachtig of een geleide lijke sluiting nog wel voordelen heeft. De algemene grondmechanische en waterloop kundige overwegingen ten aanzien van de geleidelijke sluiting zijn toegelicht in de nrs. 21 en 22 (augustus en november 1962) van het Driemaandelijks Bericht. Om de kabelbaan als gereedschap waarmee de geleidelijke sluiting kan worden uitgevoerd in de praktijk op zijn bruikbaarheid te beproeven werd destijds besloten de noordelijke geulen van de Grevelingen met gebruik van een kabelbaan te dichten. 410

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 20