Isohalinen in de lengte- en dwarsrichting van het Bokkegat.
BOKKEGAT
AFVOER LOB IT H 2750 Jpsec
In de geulen vlakbij de kust zijn deze ellipsen zeer langgerekt, doordat de snelheid
loodrecht op de geulrichting er vaak klein is ten opzichte van de snelheid in de lengte
richting.
Door deze variatie in de richting van de stroom is de wijze waarop de opperwaterafvoer
van de rivier zich in zee verspreidt, moeilijk vast te stellen. Er kan alleen een indruk van
worden verkregen door het verloop van de zoutgehalten door metingen te bepalen.
Ter illustratie van het voorgaande kan een aantal stroom- en zoutverticalen dienen die
werden verkregen tijdens metingen in een viertal punten, I tot IV, in de mond van het
Haringvliet. De metingen in de punten I en II, in het Rak van Scheelhoek en het Noord-
Pampus, werden uitgevoerd op 8 juli 1959, die in de punten III en IV, in het Bokkegat
en het Slijkgat, op 28 september 1965.
Uit de stroom- en zoutverticalen voor de meetpunten I en II blijkt het volgende. De
verticalen van 7.15 uur en 7.45 uur zijn gemeten tijdens maximale ebstroom. Het zoutge
halte neemt vanaf de oppervlakte tot de bodem toe, terwijl voor de stroomsnelheid
het omgekeerde geldt. Het zoetere water aan de oppervlakte stroomt dus aanmerkelijk
sneller zeewaarts dan het dieper gelegen zoutere zeewater. De stroom- en zoutverticalen
429