De afsluiting van het Volkerak Bij de werken tot afsluiting van het Volkerak heeft tot nu toe de bouw van de schutsluizen met de beide voorhavens en inrichtingswerken in het centrum van de belangstelling gestaan. Verwacht mag worden, dat over ongeveer een jaar de schutsluizen en voorha vens gereed zullen zijn gekomen, zodat dan de scheepvaart door het sluizencomplex kan worden geleid. Hoewel reeds in het voorjaar van 1967 met de afsluitingswerken zal worden begonnen, zullen de werkzaamheden gedurende de eerste helft van 1967 nog niet van zodanige omvang zijn, dat de scheepvaart, die dan nog de oude weg volgt, er door wordt ge hinderd. Toen geruime tijd geleden aan het plan tot afsluiting van het Volkerak gestalte moest worden gegeven, moest worden beslist op welke wijze deze afsluiting gerealiseerd diende te worden. Gekozen moest worden tussen een afsluiting met doorlaatcaissons en een geleidelijke afsluiting met behulp van een kabelbaan. Uit een vergelijkende studie, waarbij een globaal afsluitingsplan volgens beide methodes werd opgesteld, bleek dat voor de afsluiting van het Volkerak het gebruik van doorlaat caissons de voorkeur verdiende. De totale kosten van beide mogelijkheden liepen niet ver uiteen; deze hebben bij de uiteindelijke keuze dan ook geen rol van betekenis gespeeld. Een belangrijke overweging bij de keuze was de verwachting, dat na het plaatsen van de doorlaatcaissons de maximale snelheden in het sluitgat belangrijk kleiner zouden worden dan bij een kabelaansluiting, waardoor de risico's gedurende de sluiting iets minder groot zouden zijn. Voorts was nog van belang, dat bij gebruik van een gewijzigd type doorlaatcaisson en bij de toepassing van zgn. schuine landhoofdcoissons nieuwe ervaringen met dit type afsluiting zullen worden opgedaan, welke bij latere afsluitingen in het Deltagebied (Oosterschelde) wellicht kunnen worden benut. Wat het gebruik van 'schuine' landhoofdcoissons betreft, kan nog het volgende worden opgemerkt. Tot nu toe was het gebruikelijk de zijkanten van een sluitgat verticaal af te werken en bij de sluiting met de caissons tegen deze verticale wand aan te sluiten. De aanwezigheid van zulke loodrechte begrenzingen bij een caissonsluiting kan evenwel zodanige ontgrondingen veroorzaken dat zij de voordelen van een caissonsluiting weer teniet doen. 419

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1966 | | pagina 29