in de omgeving van Hamburg. Dit onderzoek vond plaats naar aanleiding van de over stromingen aldaar in 1962. Bij het elektrisch modelonderzoek kunnen twee soorten proeven worden onderscheiden: proeven waarbij alleen gelijkstroom wordt toegepast, en proeven waarbij tevens wissel stroom wordt gebruikt. Een permanente grondwaterbeweging kan met gelijkstroomproeven worden onderzocht. Op eenvoudige wijze kan zo bijvoorbeeld het verloop van het freatisch vlak en een beeld van de stroom- en equipotentiaallijnen worden verkregen, en ook de kwel worden gemeten door een dam die een constant waterverschil moet keren. Al deze gegevens zijn van belang voor de stabiliteitsberekeningen van dammen, en om vast te stellen of er speciale voorzieningen moeten worden getroffen op plaatsen waar water treedt uit een talud. Met de beschreven modeltechniek worden bijna uitsluitend twee-dimensionale grond- waterbewegingen onderzocht. In bijzondere gevallen kan men het analogon ook ge bruiken om er drie-dimensionale verschijnselen mee te onderzoeken, waarbij dus ook rekening wordt gehouden met de invloed van de profielwijzigingen in het beschouwde gebied. Zo kan men zich met behulp van elektrische analogieën een beeld vormen van de kwel naar een polder of een groep polders, althans wanneer de bodemopbouw kan worden geschematiseerd tot een zogenaamd 'Hollands profiel'. Typisch voor het Hol landse profiel is dat een slecht doorlatende laag van bijvoorbeeld klei- en veenpak- ketten, waarin alleen een verticale waterbeweging wordt verondersteld, rust op een doorlatende zandlaag van overal gelijke dikte, met alleen horizontale waterbeweging. Op de bijgevoegde foto's is de elektrische analogie van zo'n bodemopbouw te zien. De zandlaag - rechts op de eerste foto - wordt voorgesteld door elektrisch geleidend papier, en het daarboven liggend grondpakket door een aantal vaste weerstanden, die met draadjes aan het papier verbonden zijn. Op de voorgrond van de eerste foto ziet men de meetapparatuur en de regelaars waarmee de randvoorwaarden, zoals polder- peilen, worden ingevoerd. Op de volgende foto's zijn het paneel met weerstanden en het geleidend papier met een aantal equipotentiaallijnen te zien. Het gebied dat is onderzocht, bevindt zich tussen de Ooster- en de Westerschelde nabij de Kreekrakdam, en paalt aan de toekomstige Schelde-Rijn-verbinding. Met behulp van dit model is een indruk verkregen van de invloed die het kanaal op de kwel in de naastgelegen polders zal hebben. Op gelijksoortige wijze gaat men de invloed na van nieuw aan te leggen polders op de reeds bestaande. 467

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 21