behulp van een stalen plaat op een waterinlaatpoort. De anoden zijn gevat in elastisch, slijtvast epoxyhars. Op de wanden zijn tevens meetelektroden aangebracht, die dienen als referentie-elektroden voor de gelijkrichterinstallatie. De anoden en referentie-elek troden zijn door middel van kabels verbonden met de gelijkrichterinstallatie. Per schuifwand worden twee van deze installaties geplaatst. De bereikte potentiaal verschillen worden op een continu registrerend meetinstrument opgetekend. In het centrale bedieningsgebouw brandt bij goede werking van de gehele installatie één oranje lamp, evenals op de buitenzijde van elk der ruimten in de nablaliggers waarin een gelijkrichterinstallatie is geplaatst. Treedt een defect op, dan dooft de lamp in het bedieningsgebouw en in de gel ij krichter- ruimte waar de storing is opgetreden. Het verfsysteem De gehele staalconstructie is voorzien van een verfsysteem op basis van epoxyhars. Uit een groot aantal corrosieproeven is gebleken, dat met een dergelijk systeem in zeewater goede resultaten worden verkregen. Voor het aanbrengen van de verf zijn op de samenstelplaatsen van de schuiven in Utrecht en Rotterdam verfcabines gebouwd, waarin halve schuifwanden met een lengte van 30 m en een breedte van 11 m konden worden behandeld. Een verfprodukt op epikotebasis vereist namelijk een verwerkings temperatuur van minstens 10° C en een relatieve vochtigheidsgraad kleiner dan 70%. Omdat ook in de winter doorgewerkt moest worden moest het conserveren wel in speciaal voor dit doel gebouwde cabines plaatsvinden. Na het stralen werd een laag epikotezink aangebracht met een laagdikte van ongeveer 40 micron, waarna een laag epikote-aluminium van ongeveer 20 micron en een laag epikote-teer van ongeveer 225 micron volgden. Scherpe kanten en moeilijk te bereiken delen werden met de kwast voorgezet, waarna de rest werd opgespoten met een hoge-drukspuit waarvan de spuit- druk bij de spuitopening 130 tot 200 atmosfeer bedroeg. Na de montage op de bouwplaats in het Haringvliet zijn de montagelassen geconser veerd en beschadigingen bijgewerkt die waren ontstaan tijdens het transport en de montage. 453

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1967 | | pagina 7