1 Volumeverandering in losgepakt zand
2 Schematische voorstelling van de dichtheidsproef
3 De apparatuur voor de dichtheidsproef
een monster is verkregen dat tijdens het gehele verloop van de proef juist geen volume
verkleining meer vertoont, waarmee de kritieke dichtheid van dat monster is bereikt.
Doorgaans zal hiervoor een serie van drie of vier proeven nodig zijn.
De bepaling van de kritieke dichtheid van een zandmonster is tijdrovend en arbeids
intensief, terwijl ze slechts informatie oplevert over het zand in één punt in de bodem.
Om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie in een heel gebied zullen vele proeven
nodig zijn; derhalve tracht men een verband te vinden tussen de kritieke dichtheid en
andere, eenvoudiger te bepalen grootheden van een zandsoort, zoals de grootte, de
spreiding en de vorm van de korrels. Een volkomen bevredigend resultaat is echter nog
niet verkregen.
Metingen in het terrein
Het Laboratorium voor Grondmechanica heeft een elektrische meetmethode ontwikkeld
voor de bepaling van het poriëngehalte in het terrein. In de grond wordt een elektrisch
veld opgewekt, en de weerstand die de stroom ondervindt wordt gemeten. Nu bestaat
de grond uit zandkorrels met een zeer hoge elektrische weerstand, waartussen poriën,
doorgaans gevuld met goed geleidend zout water. De weerstand in het grondmassief
zal dan ook in hoofdzaak bepaald worden door het geleidend vermogen van het water
en door de hoeveelheid water, dus de hoeveelheid poriën. Dit poriëngehalte moet dus
een functie zijn van de elektrische weerstand van de grond, dus korrels en water samen,
in een bepaald punt, en van de weerstand van het water alleen. Deze beide weerstanden
moeten in het terrein gemeten worden.
Daartoe worden om een sondeerbuis vier elektroden aangebracht. De buiswand tussen
de elektroden wordt voorzien van een isolerende bekleding van araldit, dat voldoende
hard is om de schurende werking van het zand tijdens het omlaag drukken van de
sondeerbuis te weerstaan. Op de twee buitenste elektroden wordt een wisselstroom van
1000 Hz gedrukt, waardoor een elektrisch veld rond de sondeerbuis wordt opgewekt. Het
spanningsverschil tussen de twee binnenste elektroden wordt zonder verstoring van hel
elektrisch veld gemeten. Het gemeten spanningsverschil wordt tenslotte met behulp van
een omrekeningsfactor, die uitsluitend bepaald wordt door de geometrie van de meet
opstelling, herleid tot de specifieke elektrische weerstand van de grond. Deze geldt dan
12