voor een beperkt gebied rond de sondeerbuis, waarvan de omvang afhangt van de
gekozen elektrodenafstand. Op sommige van deze zogenaamde dichtheidssondes zijn
meer dan vier elektroden aangebracht, zodat verschillende meetafstanden kunnen worden
gekozen. Hiermee kan de omvang van het gebied waarin de specifieke weerstand wordt
bepaald, worden vergroot en verkleind. Onder andere gaat men zo de invloed na van
de verdichte zone rond de sondeerbuis, die steeds zal ontstaan, omdat deze buis in de
grond wordt gedrukt en het zand in de onmiddellijke omgeving samenperst.
Hiermede rekening houdende wordt de specifieke elektrische weerstand van de grond,
dus van korrels èn water, bepaald. Tijdens het inbrengen van de sondeerbuis wordt
bijvoorbeeld om de 20 cm een meting gedaan, zodat het verloop van de weerstand in
een verticaal wordt verkregen. Deze verkenning wordt gecombineerd met een 'gewone'
sondering, waarbij langs elektrische weg de mechanische weerstand wordt gemeten die
de punt van de sondeerbuis ondervindt bij het indringen in de grond.
Apparatuur voor de ijking van zandmonsters
15