die dagen optimaal werkbaar zijn, waarop een periode van hoogwater tot en met het
volgende laagwater tussen zonsopgang en zonsondergang valt.
Een ander uitgangspunt bij deze planning is geweest dat er in het stadium van de voor
bereiding niet zonder meer van mag worden uitgegaan, dat er in het jaar 1969 gedurende
het weekeinde zal worden gewerkt. Dat wil niet zeggen, dat die mogelijkheid dan volledig
is uitgesloten, maar alleen dat de weekeinden slechts in uiterste noodazak zullen worden
gebruikt en dat het werken tijdens de weekeinden niet als uitgangspunt van de planning
mag dienen. Doordat vele arbeiders van elders in het algemeen pas maandagmiddag
op het werk zijn en vrijdagmiddag weer vertrekken, geldt dit ook ten aanzien van de
maandagen en de vrijdagen.
De genoemde beperkingen leiden tot de volgende rekensom:
- aantal kalenderdagen in de periode van 15 april tot 10 juni 57
niet geschikte dagen, omdat er geen periode van H.W. tot L.W.
tijdens het daglicht valt 11
zaterdagen, zondagen en feestdagen 16
- dagen aansluitend aan het weekeinde of aan feestdagen 12
39
Bruikbare werkdagen: 18
Uit deze berekening blijkt wel dat het zonder bijzondere maatregelen niet mogelijk is,
de vijfentwintig caissons één voor één te plaatsen en toch binnen de gestelde tijd
gereed te komen met de volledige blokkering van het sluitgat. Twee oplossingen zijn nu
mogelijk: men zou telkens tegelijk twee caissons kunnen plaatsen, één aan elke zijde van
het sluitgat, daarmee het tempo verdubbelend, maar men zou ook sneller kunnen werken
door de caissons tot grotere eenheden aan elkaar te koppelen en aan elkaar gekoppeld
te plaatsen.
40