Indertijd is ook de centrale aandrijving van het meerkabelsysteem als een kwetsbaar punt
beschouwd. Deze overweging blijft uiteraard van kracht, al speelt zij een minder grote
rol bij het installeren van parallelbanen, wanneer een grote capaciteit gewenst is. Werkt
men met twee parallelbanen, dan zou men bij stagnatie in het aandrijfsysteem tijdelijk
op halve capaciteit terug moeten vallen. Bij gebruik van een circuitbaan met auto-
moteurs kan men bij stagnatie van een der draaischijven overschakelen van circuit-
bedrijf op retourbedrijf. Bij de Grevelingen bleek het retourbedrijf, dat om andere rede
nen meermalen is ingesteld, nog een vrij grote capaciteit te halen.
Bovenstaande overwegingen en ervaringen maken het gebruik van een circuitbaan met
trekkabel voor een grote sluiting toch weinig aantrekkelijk. Een paar belangrijke be
zwaren, de beperking in gewicht van de te vervoeren eenheden en de te grote stort-
hoogte, vallen weg bij gebruik van een of meer kabelkranen in plaats van onbemande
gondels. Er wordt dan een loopkat door middel van een trekkabel over de draagkabel
heen en weer getrokken, terwijl de last gevierd wordt door een vanaf de oever te be
dienen hijskabel. Het is mogelijk hiermee een nuttige last van 15 of 20 ton te vervoeren.
Het systeem is meermalen toegepast bij de bouw van betonnen stuwdammen, waarbij
dan de pendeltorens met contragewicht langs rails verreden werden. Men kan op deze
wijze het gehele werkterrein bestrijken, en dit zou voor de aanleg van sluitdammen van
groot belang kunnen zijn indien men een dam in horizontale lagen zou willen opstorten.
Het waterloopkundig onderzoek heeft echter uitgewezen dat een brede kruin niet zo on
ontbeerlijk is voor de stabiliteit van een beteugelingsdam als men aanvankelijk dacht.
Verder zouden in ons vlakke land zeer hoge waltorens nodig zijn om een breed sluit
gat te overspannen; voor de afsluiting van de Oosterschelde zouden bijvoorbeeld torens
van ruim 150 m hoogte nodig zijn. Het lijkt technisch onmogelijk deze ook nog verrijd
baar te maken. Maar bovendien is de capaciteit van een dergelijke installatie zeer ge
ring, want er kan maar één loopkat per overspanning opereren. Om een en ander aan
de omstandigheden aan te passen zijn daarom ontwerpen en studies gemaakt van een
aantal parallelbanen volgens dit systeem, waarbij ongeveer in het midden van de over
spanning een vaste riviertoren werd gedacht. Het uit de benodigde capaciteit volgend
aantal kabels vond hier zijn vaste verankering; de waltorens van 50 en 80 m hoogte
waren evenmin verrijdbaar. Op deze wijze kon een in principe technisch uitvoerbare
oplossing worden verkregen, die redelijk voldeed aan de uit de aard van het werk vol-
78