beoogden de op natuurbescherming en recreatie gerichte plannen hetzelfde, behalve
ten aanzien van het middendeel van de Lauwerszee, dat door de ene groep als een uit
gesproken stil natuurgebied, en door de andere voor een belangrijk deel als recreatief
te bestemmen gronden werd gezien.
Inmiddels had ook het Ministerie van Defensie belangstelling geuit voor het Lauwerszee-
gebied, als oefenterrein voor de Landmacht. De Lauwerszeegronden zijn echter sterk ver
snipperd en voor veelvuldig berijden met rupsvoertuigen en dergelijke ongeschikt: dat
beperkt de aanvankelijk aanwezig geachte mogelijkheden aanzienlijk.
In 1964 werd in de Vaste Commissie van de Rijksdienst voor het Nationale Plan en later
in de Rijksplanologische Commissie het overleg tussen de verschillende belanghebbende
instanties geopend. Bij deze besprekingen waren ook de provinciale besturen van Fries
land en Groningen vertegenwoordigd.
Vrij spoedig werd in dit overleg een plan ontwikkeld dat voldoende armslag zou geven
voor de verschillende gebruikers van het Lauwerszeegebied en dat in vele opzichten
het karakter droeg van een multipurpose-project. Het plan, waarin verschillende polders
waren geprojecteerd, werd, na door de verschillende instanties te zijn aanvaard, door
de Regering goedgekeurd en gepubliceerd in de Tweede Nota over de Ruimtelijke
Ordening in Nederland.
Het accent ligt in dit plan sterk op het tot stand brengen van een landschappelijk fraai
geheel. Doordat de polderkaden over het algemeen vrij ver teruggelegd zijn van de
oevers van de Lauwerszeeboezem, blijft het kenmerkende patroon van geulen en oever
landen behouden en ontstaat de mogelijkheid om langs natuurlijke weg een boeiend
plassenlandschap te vormen. In de polders is er naar gestreefd door het stichten van
massieve boscomplexen met daartussen uitgestrekte open vlakten een landschap van
grote afmetingen te vormen. In dit landschap zijn gronden bestemd voor zowel agrarisch,
militair als recreatief gebruik, terwijl bovendien zoveel mogelijk is gestreefd naar ge
combineerd gebruik.
Tengevolge van de wisselende waterstanden zullen, vooral in de winter, grote gebieden
in de voormalige Lauwerszee afwisselend droog liggen en onder water staan. Hierdoor
zullen goede levensomstandigheden ontstaan voor bepaalde begroeiingen, die uit het
oogpunt van natuurbescherming een belangrijke functie kunnen krijgen. Op deze boezem-
landen kan langs natuurlijke weg voor grote groepen dieren een geschikt levensmilieu
tot stand komen. Met name voor vogelsoorten als lepelaar, aalscholver en blauwe reiger
zouden belangrijke voedsel- en broedgebieden kunnen ontstaan. Bijzondere vermelding
verdient ook de zomerpolder benoorden de Friese kust op de Hoek van de Bant ten
oosten van Peasens. Hier overwinteren reeds thans tussen november en maart ruim
10 000 brandganzen (Branta leucopis), die naar schatting de helft van de wereldbe
volking van deze vogelsoort uitmaken. Het slecht toegankelijke weilandgebied vlak bij
de Waddenzee vormt kennelijk een zeer gunstig biotoop, dat voor de instandhouding
van de brandganzen zal worden gespaard.
Voor de recreatie biedt het plan grote mogelijkheden, zowel op het water en langs de
waterkant als in de bosgebieden. Op verschillende plaatsen langs de huidige kust kunnen
jachthavens worden ingericht, deels in bestaande werkhavens van de dienst Lauv/erszee-
werken. Verder zal het aantrekkelijk zijn op een aantal plaatsen langs de oever van het
meer in de Lauwerszee met zijn grillige vorm aanlegplaatsen voor plezierjachten te
maken. Enkele plaatsen lenen zich in het bijzonder voor de oeverrecreatie. Hier kunnen
speelweiden komen, voet- en rijwielpaden, aanlegplaatsen en ook kampeerterreinen.
98