Fig. 3. Verandering van de lijnen met gelijk haven
getal en van de Noordzeegrens onder invloed van
de Deltawerken
De omvorming van de bodem van de onderzeedelta tot een systeem van langgerekte
diepliggende banken door de overheersende zuidwest- en noordooststromen zal ver
moedelijk een veel sneller verloop hebben.
In het zuidwesten van Nederland is de verhouding tussen het totale getijvolume en het
gemiddelde doorstroomprofiel in alle zeegaten nagenoeg gelijk. De profielen van alle
zeegaten zijn ingesteld op dezelfde kenmerkende stroomsnelheid, die in de zeegaten
ongeveer 0,6 m/sec. bedraagt.
Op de onderzeedelta is de invloed van de golven mede bepalend voor de zandbeweging.
Lagere getijsnelheden dan in de zeegaten kunnen hier de door brekende golven opge-
wervelde bodemsedimenten verplaatsen. De kenmerkende snelheden liggen op de onder
zeedelta dan ook in de orde van grootte van 0,3 m/sec.
Wanneer een zeegat wordt afgesloten worden de getijstromen beperkt tot de komberging
zeewaarts van de afsluitdam; aanvankelijk nemen de stroomsnelheden dan af tot een
fractie van de oorspronkelijke waarde. Bij vloed worden zelfs door die zwakke stromen
sedimenten vanaf de onderzeedelta aangevoerd. Deze sedimenten zullen bezinken en niet
121