Het gemiddelde sedimentgehalte van het zeewater ter plaatse is ten gevolge van de golfslag ten minste 300 mg/1, drie maal zo hoog als in het meer afgeschermde Brielse Gat; de vloed zal in het gebied van de Hinderplaat dus ten minste 9 miljoen m3 sediment per jaar aanvoeren. De Hinderplaat zal ten hoogste 12 miljoen m3 zand bevatten. De eb zal weinig sediment uit de kom achter de Hinderplaat meevoeren, terwijl bij gesloten uitwateringssluizen alle sediment in de kom zal bezinken. Bij open sluizen stroomt relatief schoon water van het Haringvliet door de kom, waardoor de geulen aan beide zijden van de Hinderplaat in stand zullen worden gehouden. Waarschijnlijk zullen slechts twee geulen aan weerszijden van de plaat overblijven, omdat daar reeds nu de grootste diepten - 6 a 8 m beneden N.A.P. - worden gevonden, zodat de middengeul eerder kans heeft om te verzanden. Terwijl alle geulen in de mond van het Haringvliet dus in omvang zullen afnemen zal er ook enige erosie van de oevers optreden als gevolg van de aanpassing van de geulen aan de overheersende verhangen. De Voornse oever zal ten westen van strandpaal 12 nog meer worden aangevallen door stroom dan op het ogenblik door golfslag. Hoewel de erosie vermoedelijk enigszins ge remd zal worden door de kleilaag die bijna overal op 2 a 5 m diepte aanwezig is, zullen er op den duur toch maatregelen nodig zijn om de oever te beschermen. Minder zeker is de situatie langs de Goereese kust. Indien de sedimentatie in de geul inderdaad de vorm zal aannemen van spekkoeklagen, zoals wordt vermoed, kan bij zeer grote afvoeren van de sluizen en een onzekere afvoerverdeling tussen de geulen langs Voorne en langs Goeree zijdelingse erosie optreden zowel van de Hinderplaat als van de oever van Goeree. kom achter de Hinderplaat zal vooral slib worden afgezet. Afhankelijk van de mate van consolidatie van het rivierslib op het Haringvlietbekken zal het bij grote sluisdebieten

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 16