Strandvorming voor de Veersche-Gatdam gedeeltelijk kunnen worden meegevoerd, doch de totale slibaanvoer uit de rivieren zal in vergelijking met de huidige toestand verminderen. Desalniettemin zal de aanslibbing waarschijnlijk een of enkele millioenen m3 slib per jaar bedragen. Het is dan ook waar schijnlijk dat op de stranden achter de Hinderplaat plaatselijk slibafzettingen voorkomen, terwijl het onzeker is of de relatief zwakke golfslag in de kom deze stranden schoon kan spoelen. Indien er geen maatregelen zouden worden getroffen, zoals onderhoudsbaggerwerk, zou de vaardiepte in de monding van de twee restgeulen te klein worden voor grotere schepen. Vermoedelijk zou in dat geval op de drempels geen grotere diepte dan N.A.P. - 4 m en mogelijk zelfs minder dan N.A.P. 3 m overblijven. De nadelige gevolgen van de afsluiting van het Haringvliet zouden grotendeels kunnen worden weggenomen door de ontwikkeling van het kustgebied te versnellen en gedeel telijk te corrigeren. Het hinderlijkste gevolg, de aantasting van de oever van Voorne, zou men kunnen voorkomen door een verbinding tot stand te brengen tussen de Hinderplaat en de Zwarte Hoek. Verder is het mogelijk om op deze verbindingsdam en op de Hinder plaat een stuifdijk op te bouwen, bijvoorbeeld volgens het tracé van fig. 5. Indien in dit werk 4 a 6 miljoen m3 zand werd ingebracht, kon het met aanstuiven in enkele jaren de stormvloedhoogte bereiken. Door op deze manier de kombergingsafvoer en de gehele afvoer van de uitwaterings- 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 17