et ontwerp van de doorlaatcaissons voor het Brouwershavensche Gat
in het voorjaar van 1971 zal de Kous, het noordelijk sluitgat van het Brouwershavensche
Gat, met behulp van doorlaatcaissons worden geblokkeerd. Tegelijkertijd zal het zuide
lijke sluitgat worden afgesloten door het geleidelijk opstorten van een dam van beton
blokken, met behulp van een kabelbaan. Uit nr. 38 (november 1966) van het Driemaan
delijks Bericht kent men de overwegingen die tot de keuze van deze simultane sluiting
volgens twee verschillende methoden hebben geleid. Daarbij kan nog worden opgemerkt,
dat ook de caissonsluiting tot op zekere hoogte geleidelijk verloopt. Door het inrichten
van het wintersluitgat wordt ongeveer een derde van het totale doorstromingsprofiel
weggenomen; vervolgens wordt het profiel door het afzinken van de caissons nogmaals
met een derde vernauwd, en tenslotte brengt het neerlaten van de schuiven de totale
blokkering van de stroom tot stand. Dit iaatste kan als dat wenselijk mocht blijken, nog
in etappes plaatsvinden, zodat men zich geheel kan aanpassen aan het tempo waarin
het zuidelijk sluitgat wordt gedicht. Anderzijds is de capaciteit van de kabelbaan zo
gekozen, dat de caissons binnen een daarvoor geschikt tijdsbestek kunnen worden
geplaatst. Voor een overzicht van het ontwerp van de kabelbaan wordt verder verwezen
naar het vorige nummer van deze Berichten.
Om tijdig gereed te zijn wordt in het voorjaar van 1968 een begin gemaakt met de
bouw van 12 doorlaatcaissons van 68 m lengte, en van 2 landhoofdcaissons. Een beschrij
ving van het bouwdok bij Nieuw Bommenede is gegeven in nr. 39 (februari 1967) van
deze Berichten, terwijl in nr. 34 (november 1965) een gedetailleerd overzicht is gegeven
van het onderzoek dat naar de constructiemogelijkheden ook voor deze caissons reeds
vroegtijdig was ingesteld. Men lette er evenwel op, dat de bijschriften bij de figuren op
pag. 198-199 aldaar moeten worden verwisseld.
Aanvankelijk is uitgegaan van een wintersluitgat met de drempel op N.A.P. - 8 m.
Naderhand bleek uit het waterloopkundig onderzoek, dat de grootte van het sluitgat
profiel beneden N.A.P. ongeveer 8000 m2 moest bedragen. Omdat de breedte beperkt
is tot ongeveer 800 m is dientengevolge een drempeldiepte van 10 m beneden N.A.P.
noodzakelijk. Hierop is dan het definitieve caissonontwerp gebaseerd.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Volkerak ligt het Brouwershavensche Gat open voor
deiningsgolven vanuit de Noordzee. Meer dan de korte windgolven beperken de binnen
lopende deiningsgolven de werkbaarheid op het water. Aangezien er daardoor minder
werkbare dagen beschikbaar zijn, is er naar gestreefd het aantal keren dat een caisson
129