en het afzinken met houten drijfschotten zijn afgesloten. De stalen schuiven - twee voor elke doorstroomopening - rusten daarbij op elkaar in de schuifgeleiding en vormen het slingerschot tijdens het zinken. Zonder slingerschot zou de caisson kenteren. Meteen na het zinken worden de drijfschotten, die van te voren zijn ontgrendeld, met behulp van sleepboten verwijderd en worden de schuiven door elektrisch aangedreven herwerken gehesen tot de onder- en bovenschuiven naast elkaar in de aan de bovenkant dubbel uitgevoerde schuifsponningen hangen. In deze stand worden zij tijdelijk ver grendeld. De herwerken waarmee de schuiven zullen worden bewogen, zijn afkomstig van de caissons waarmee dan inmiddels het Volkerak is afgesloten, terwijl het ontbrekende aantal zal worden bijgewoond. Elk van deze herwerken bedient twee doorstroom- openingen, dus vier schuiven. Voorzover de van de Veersche-Gat-caissons afkomstige heren, die slechts één doorstroomopening bedienen, na het gebruik bij de Volkerak- caissons nog bruikbaar zijn, zullen zij ook hier opnieuw worden gebruikt. Voor het bevestigen van sleepdraden zijn in elke kopwand 4 sleepogen aangebracht op 1,50 m boven de waterlijn. Ten behoeve van het manoeuvreren vóór en tijdens het afzinken is het dek voorzien van een 12-tal dubbele bolders, bereikbaar vanaf op dezelfde hoogte liggende rondgaande gangboorden, die bestaan uit 2 m brede houten bordessen. Om ._en scharnierpunt te kunnen formeren voor het indraaien van de caissons zijn op de vier hoekpunten glijbolders aanwezig, die, bevestigd aan een manchet, over 5 m hoogte kun nen glijden langs een zware met beton gevulde buis. Verder zijn binnen de caissons de nodige ladders en looppaden ontworpen. Een caisson wordt tot zinken gebracht door het openen van een 16-tal afsluiters, ieder met een doorlaatopening van 50 cm. De bodemafsluiters zijn in drie groepen van vier ter plaatse van de vlakke vloergedeelten geprojecteerd; de overige vier afsluiters zitten in de kopwanden en kunnen dienst doen om een zekere langskracht in de richting van de eerder geplaatste caisson te bewerkstelligen doordat in de ruimte tussen de reeds geplaatste en deaf te zinken caisson een spiegeldaling optreedt. Omdat om constructieve redenen de caissons ten opzichte van de langsscheepse as niet geheel symmetrisch zijn, Lengte- en dwarsprofiel van het sluitgat van de Kous met de erin geplaatste caissons -»1 5.50 KABBELAARSBANK MATEN IN METERS 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 22