0
*1
V ANNA FRISOPOIDER
T ONRUSTPOLDER
O OUD NOORD BEVELAND
POLDER
VLIETEPOLDER
NIEUW NOORD BEVELAND
POLDER
o TOREN POLDER
o LEENDERTABRAHAM
POLDER
ALTEKLEIN POLDER
DIEPTE D)in m-NAP
Waargenomen gemiddelde taludhellingen na een oeverval ter plaatse van enkele polders op Noord-Beveland
1 5 bereikt. De bovenbegrenzing van de verdediging kan worden aangenomen op een
diepte van omstreeks N.A.P. - 4 m, of dieper indien het geultalud ter plaatse zeer flauwe
hellingen bezit en/of de maximale stroomsnelheden ter plaatse klein zullen zijn, bij voor
beeld niet meer dan 1 m/sec.
Men neemt aan, dat voor gebieden waar een vlak dat onder een helling van 1 15
respectievelijk 1 20 vanuit de as van de waterkering respectievelijk inlaagdijk is gecon
strueerd, het geultalud niet snijdt - het vlak blijft geheel ondergronds - geen bescher
mende maatregelen noodzakelijk zijn. Ook daar waar reeds zinkstukken ter verdediging
zijn aangebracht, behoeven geen aanvullende maatregelen te worden getroffen. Eventueel
kan men zeer steile gedeelten van deze beschermde gebieden door nabestorten een
flauwere helling geven.
De methode van uitvoering
De oever kan worden vastgelegd door middel van klassieke rijshouten zinkstukken of
door bestorten met grof grind.
De grindbestorting heeft als belangrijke voordelen boven een bezinking dat de snelheid
van werken groter is en de kosten per m2 belangrijk lager. Ervaringen met grindbestor-
tingen langs het Zijpe hebben geleerd, dat een grindpakket van ongeveer 50 cm dikte
daar een goede oeververdediging vormt. Uit peilingen blijkt dat de oeververdediging in
het Zijpe stabiel is en dat aan de onderrand van de grindbestorting geen ontgronding of
geulvorming valt te constateren. De overgang van grind naar zandbodem is overal ge
leidelijk. Op grond van bovenstaande overwegingen werd besloten de oeververdediging
van Noord-Beveland uit te voeren als een bestorting met grof grind 3-20 cm. Voor de ge
bieden met een flauwere helling dan 1 3 wordt als gemiddelde laagdikte van het grind
pakket 50 cm aangehouden, daar voor een dergelijke verdediging ongeveer een dikte
van vijfmaal de gemiddelde diameter van het grind aanvaardbaar is.
Voor de stabiliteit van dit grove grind op een talud waarvan de hellingshoek loodrecht
op de stroomrichting staat, zijn de volgende waarden gevonden:
y
y
%7
V
ès
0
g
?y
O-
0 0
3
1
i
141