moet worden afgezonken zo klein mogelijk te houden. Daarmee worden ook de risico's
van deze operatie zo veel mogelijk gedrukt.
Deiningsgolven doen, ook wanneer ze niet hoog zijn, twee naast elkaar drijvende door
trossen verbonden lichamen onophoudelijk langs elkaar schavielen; daardoor kunnen
de trossen breken, vooral indien interferenties ontstaan tussen de golfperiode en de
eigen slinger- of stampperioden van de afzonderlijke lichamen. Mede op grond van
deze overweging is er van afgezien het aantal keren dat een caisson moet worden
gezonken te beperken door caissons gekoppeld te slepen en af te zinken, en is besloten
de afzonderlijke caissons zelf een zo groot mogelijke lengte te geven. Aan deze lengte
wordt een grens gesteld door de toelaatbare spanningen die in het caissonlichaam
optreden nadat de ballastbak is gevuld. Deze spanningen zijn voornamelijk een gevolg
van de wijze waarop de caisson zijn eigen gewicht en de verdere belasting op de
drempel overdraagt, en dit hangt weer samen met de nauwkeurigheid waarmee het
oppervlak van deze drempel kan worden afgewerkt. Op grond van ervaring is aange
nomen, dat hierbigeen grotere hoogteverschillen zullen optreden dan ongeveer 50 cm.
130