De werken tot indijking van de Lauwerszee e mechanische steenstorter 'Lauwerszee' ij de uitvoering van de Deltawerken moeten zeer grote hoeveelheden stortsteen worden erwerkt, hetzij als bodembescherming, hetzij als materiaal voor de opbouw van een dam. ot voor kort geschiedde dit vrijwel steeds met de hand: een aantal in oliekleding gehulde annen werkte de op hei dek van een zolderbak opgehoopte stortsteen over boord, etgeen met veel gespat en grote krachtsinspanning gepaard ging. Nu is het zowel uit ociale als economische overwegingen minder gewenst op grote schaal stortsteen met de and te verwerken. Uit hoofde van die overwegingen zijn in Nederland verschillende echanische steenstorters ontworpen. e eerste steenstorter staat beschreven in het Driemaandelijks Bericht nr. 9 (augustus 959) en nr. 10 (november 1959) en heeft onder meer gewerkt bij de afsluiting van het eersche Gat. Bij deze steenstorter wordt de lading over boord gewerkt door het kippen an op het dek opgestelde bakken, waarbij de dosering plaats vindt door middel van en langzaam draaiende schoepenas die de toeschuivende steen opvangt en geleidelijk ver boord laat vallen. mdere reeds bestaande systemen werken met hydraulisch bewogen schuiven die de ^ding van het dek af 'bulldozeren' dan wel met over het dek bewegende kettingen, oorzien van meenemers. Bij de uitvoering van grote havenwerken aan de Noordzeekust 2 IJmuiden, te Hoek van Holland en te Scheveningen, wordt gebruik gemaakt van onder- Assers die de lading rechtstreeks op de bodem laten vallen. )e bruikbaarheid van een mechanische steenstorter hangt in belangrijke mate af van zijn ermogen de steen gelijkmatig over de bodem te verdelen. Bij het bestorten van zink- en het afwerken van een caissondrempel is de gelijkmatigheid van de steen- ïrdeling immers van vitaal belang. Doordat een hoop stenen vaak een zekere samenhang lijft behouden totdat bij het overboord werken een bepaalde evenwichtstoestand wordt verschreden, valt het materiaal op een vrij onregelmatige wijze afwisselend in grote en leine hoeveelheden over boord. Een bijkomend bezwaar van de tot nu toe besproken :eenstorters is, dat hun bewegende delen steeds in aanraking komen met de steen- lassa, waardoor ze snel vervuilen met grond en steenschilfers, hetgeen grote slijtage eroorzaakt. Het verwerken van fijnere steenmassa's zoals grind en mijnsteen is bij ver killende systemen niet goed mogelijk. ij één van de aannemers van de Lauwerszeewerken kwam de gedachte op, bestaande ^sternen van steentransport die berusten op vibratie, toe te passen voor mechanische eenstorting. 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 43