waterbeweging op ieder willekeurig punt in de brede benedenrivieren en zeearmen van
het Deltagebied te meten. Met name het verloop van de waterstand gedurende het getij
en de golfbeweging kunnen op deze manier niet adequaat worden waargenomen. Bij
het meten van de golfbeweging gaat het vooral om het verkrijgen van gegevens om
trent de hoogste golven, die, bij gezamenlijk optreden met een hoge waterstand, de
grootste bedreiging vormen voor de waterkeringen aan de kust.
Voor het meten van deze waterbewegingen komen twee soorten meetopstellingen in
aanmerking: de vaste en de drijvend verankerde.
Ten opzichte van een verankerde opstelling heeft de vaste opstelling, dus op een paal
of vakwerkstelling, het bezwaar dat hij duurder is, en bij grote waterdiepten zelfs on
redelijk duur. De verankerde opstelling kan goedkoper geplaatst worden, waarbij de
waterdiepte de kosten niet tezeer beïnvloedt, en is zeer gemakkelijk te verhalen. Beide
soorten meetopstellingen moeten voor de scheepvaart met lichten worden gemarkeerd.
Aan deze meetopstellingen worden registrerende instrumenten bevestigd, die dienen
voorzien te zijn van een energiebron waardoor ze lange tijd onafgebroken of, al naar
de opdracht van het instrument luidt, zogenaamd onderbroken continu achtereen
kunnen werken. De vaste meetopstelling is kwetsbaar voor golfaanval en ijsgang, terwijl
de verankerde opstelling in het bijzonder gevoelig is voor stroom. Aan een vaste meet
opstelling kan het registrerend gedeelte van het instrument hoog boven water worden
bevestigd, maar wanneer men een instrument verankert, moet het registrerend gedeelte
zo goed mogelijk schokvrij in het waterdichte meetlichaam opgenomen zijn.
Enkele van de instrumenten die voor deze metingen en registraties werden ontwikkeld,
zijn de golfamplitudeschrijver, de elektrische stappenbaak en de getijschrijver.
Voor operationeel gebruik heeft men aan de langdurige registraties van deze meet
instrumenten nog niet veel wanneer ze pas ter beschikking komen na afloop van de
meetperiode op zee. Liever zou men meteen over de opgenomen gegevens beschikken.
Het onderzoek naar mogelijkheden in deze richting is de laatste jaren met succes be
kroond. De momentane gegevens die de elektrische stappenbaak verzamelt over het
verloop van het getij en de golfhoogte worden thans vanaf een vaste meetopstelling
radiografisch naar de vaste wal overgeseind om daar te worden geregistreerd.
Sinds kort is een drijvende en verankerbare golfhoogtemeter voor continue meting opera
tioneel geworden; ook dit instrument zendt zijn gegevens radiografisch naar de wal.
Voor een beschrijving van de hier genoemde registrerende meetinstrumenten wordt ver
wezen naar Driemaandelijks Bericht nr. 36 (mei 1966).
De grote hoeveelheid meetgegevens die deze instrumenten produceren levert echter bij
de uitwerking problemen op. Pas de komst van de computer redde de meetdiensten van
een dreigende fatale tijdnood. Ter bewerking door een computer moeten de gegevens
echter wel in een daartoe geschikte vorm, hetzij op een pons- of een magneetband,
worden vastgelegd. Het is nu mogelijk gebleken, de gegevens van de elektrische stappen
baak voor onmiddellijk gebruik in geschreven vorm, en tegelijk voor latere bewerking
door een computer ten behoeve van studiedoeleinden in geponste vorm te verkrijgen.
De hier geschetste ontwikkeling is inmiddels ook niet voorbijgegaan aan de meetin
strumenten waarmee men vanouds vanaf schepen metingen verrichtte. Het veelzijdige,
mobiele, maar al te beweeglijke meetstation dat een schip is, kan niet in alle opzichten
de ideale verzamelaar van meetgegevens worden genoemd. Met name de golfbeweging
beperkt de werkbaarheid vanaf vaartuigen. Hoe verder men zeewaarts komt, hoe minder
werkbare dagen er overblijven: in de periode 1957—1965 bedroeg het percentage van de
tijd, dat de kritieke golfhoogte van 30 cm voor metingen niet werd overschreden, jaar
lijks te Willemstad 97%, bij de bouwput voor de uitwateringssluizen in het Haringvliet
178