rmen met een flauwe aanzethelling. De helling van dit beloop, die van groot belang voor de grondmechanische stabiliteit, zou naar het modelonderzoek uitwees nog rder kunnen worden verflauwd door het plaatsen van tetraëders nabij de rand van bezinking. De beëindiging van het bezinkveld is zo ontworpen dat de constructie zo ng mogelijk in samenhangende vorm blijft, zelfs indien de ontgrondingskuil door aatselijke verstoringen van het stromingsbeeld, of door welke oorzaak dan ook, toch ±n zo steile aanzethelling zou krijgen, dat de stabiliteit verloren zou gaan. Voordat e schade aan de bodembescherming een te grote omvang had aangenomen, zou men elk geval tot herstelwerkzaamheden kunnen overgaan. de eerste plaats is hiertoe onder het einde van de bezinking een grindpakket aange- acht, bestaande uit grof grind op een filterlaag van fijn grind. In de tweede plaats jn de stukken aan de rand van het bezinkveld over de laatste 25 meter versterkt met ?n laag polypropeenweefsel, dat in banen van 2,20 m breed op de rietlaag werd snaaid. Dit weefsel heeft een breuksterkte van 7 ton per meter breedte; het is samen- esteld uit monofilamenten. Zelfs wanneer de rand van de bezinking door ontgronding "ij in het water zou komen te hangen, zal hij door deze voorzieningen niet van het uk scheuren. Aet azobébalkjes en polypropeen touwen is voorts een aaneensluitende rij betonele- ïenten op het doek bevestigd; deze betonrand verhindert de ballast van het stuk te ollen, zodat de mat in elk geval op het talud blijft rusten, en niet gaat klapperen, /aardoor hij wellicht uiteen zou vallen. Om de rand niet al te hoog te moeten aken, heeft men besloten deze uiterste stukken te bestorten met loodslakken. 1 verband met de belangrijke, permanente functie van de stortebedbeëindiging werd ij de uitvoering van de zinkmanoeuvres een grote nauwkeurigheid geëist. De toelaat- are afwijking werd zowel in de lengte- als in de breedterichting gesteld op 50 cm. »eze eis, en het feit dat op korte afstand van het zinkwerk nog een deel van de ringdijk :ond, maakte het onmogelijk op traditionele wijze te zinken. Wegens het ontbreken plaats voor verankering was de aangewezen oplossing het gebruik van spudpontons. 'at zijn pontons met strekbare poten eronder, waarmee ze zich, zoals booreilanden legen, vastzetten op de bodem. Wanneer een ponton met behulp van zijn spuds een- op de juiste plaats is vastgezet, is de juiste plaats van het stuk dat hij meevoert Ithans aan de kopzijde ervan verzekerd. Er is bij deze gelegenheid gewerkt met de BETONNEN EINDVERZWARING POLYPROPEEN TOLM iZOBÉ - BALK i'ETLAAS PPENGAAS 195

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 29