I euwe methode van het 'gestrekt zinken', waaraan elders in dit nummer een artikel gewijd. Anders dan bij het 'zinken op stroom', waarbij de stroom een langsspanning het stuk opwekt waarmee een te sterke helling wordt voorkomen, wordt de langs- i acht hier verkregen doordat vanaf een tweede ponton aan de staart van het stuk v ordt getrokken. Om deze langskracht binnen de perken te houden wordt het op- c ijvend vermogen van het stuk voor het zinken verkleind door het te bestorten met grind. I e kopponton is met twee extra drukpoten uitgerust, waaraan een horizontale balk is E evestigd. Het zinkstuk wordt met een patentsluiting, die na het zinken kan worden los- cemaakt, op zes punten aan deze balk verbonden. Vervolgens wordt de staart van het s uk op drie plaatsen verbonden met de drie drukpoten van de staartponton. Sliplieren zorgen ervoor dat de verbindingsdraden de juiste spanning krijgen en behouden. et eigenlijke zinken bestaat erin, dat men het stuk met de drukpoten langzaam naar de I. adem duwt. Een steenstorter zorgt ervoor dat het stuk wordt beballast en daarmee t gen de grond gedrukt. E j het zinkwerk binnen de bouwput in het Haringvliet lag de staartponton boven het i eds eerder gemaakt deel van het stortbed; om de filterconstructie niet in het ongerede t brengen, mocht hij geen gebruik maken van zijn spuds, en was gedwongen met behulp \on staaldraden te ankeren. De aannemer - de Deltacombinatie te Hellevoetsluis - had f venwel ook deze ponton, met het oog op later gebruik, al van spuds laten voorzien. 1 j de uitvoering van het bovenbesproken werk is verder nog de manier vermeldens- v aard waarop een drijvende kraan het fijne grind, of kif, zoals heel fijn grind ook wel ordt genoemd, gelijk over het bodemoppervlak verdeelde: Op het water dreef een I outen raamwerk, dat door draden in een aantal vierkante vakken was verdeeld. In ieder erkant werd een aantal grijpers vol kif gestort. Het grove grind in het grindpakket werd angebracht door onderlossers, hoofdzakelijk van het type 'splijtbok'. Dat zijn schepen et een onderlangse naad. De twee helften van het schip zijn scharnierend verbonden, et hydraulische vijzels wordt het casco geopend en gesloten. Na het storten werd het opervlak van het gind egaal afgebaggerd. Het grind op de zinkstukken werd gedeel- t ijk aangebracht met een steenstorter, en verder weer door een kraan die voor gelijk- r atige verdeling gebruik maakte van het drijvend raamwerk. C uitvoering van het werk was begin maart 1968 zover gevorderd, dat aan de zeezijde b men de ringdijk niets meer te doen viel. 197

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 31