t r bediening van de verhaalapparatuur. Er was ook nog een lichte davit opgesteld om I et frame met de detectorspoelen te kunnen plaatsen en afnemen. e andere ponton lag ruim achter het staarteinde eveneens op eigen verankering en ende om de benodigde strekkracht op het stuk uit te oefenen. De strekkracht moest dus a de achterankers van deze ponton op de grond worden overgedragen. an de zinkbalk waren verstelbare kopankerdraden bevestigd. Alvorens het stuk tussen ce beide pontons te varen werden de kop- en staartankers door tijdelijk aangebrachte p alypropeen trossen tussen zinkbalk en achterponton met nagenoeg het dubbele van de i verwachten ankerkracht in de grond getrokken, zulks met de bedoeling om te voor- I :men dat de ankers tijdens het zinken zouden gaan krabben. Hierna werden de I alypropeen trossen verwijderd. rwijl het stuk voor de stroom tussen de pontons werd getrokken werd de hulpbak met c 3 trekpontons verbonden. In de verbindingsdraden, die om goed te functioneren even- jdig moeten lopen, waren elementen opgenomen om de trekkracht te kunnen meten en i door het manipuleren met de lieren op de voorgeschreven grootte te kunnen houden. I a het tot stand komen van deze verbinding werd de sjorring van het staarteinde van c 3 hulpbak afgevierd tot de genoemde lengte van 1| x de waterdiepte en werden de k uisende draden, die dienden om dwarsbeweging van de kop ten opzichte van de bak voorkomen, strak gezet. oor vervolgens de trekdraden af te vieren bracht men de kop van het stuk met de eraan t --vestigde drijftang tegen de aan de ponton hangende zinkbalk zodat hij eraan kon v orden gekoppeld. Vervolgens werd het stuk onder de vereiste 5 ton trekspanning gezet, k a de kentering kon de zinkbalk en daarmede de kop van het stuk naar de bodem v orden gebracht. Even voor het stuk de bodem raakte of nadat het zo nodig weer even nn de bodem was opgehaald, kon de kop door de verhaalmotor in de lengterichting v in het stuk in de juiste positie worden gebracht. I dwarsrichting mag bij een goed neergelegde ponton geen afwijking geconstateerd v orden. Met kruisdraden, die diagonalen vormen in de rechthoek ponton-zinkbalk-hijs- c aden, kan een correctie van geringe omvang worden gegeven. ,g de kop goed, dan werd ook het laatste stukje afgevierd en kon met bestorten v orden begonnen. e eerste bestorting, bedoeld om het stuk aan de grond te houden, bestond uit grof c ind dat met behulp van een steenstorter in hoeveelheden van 100 kg/m2 werd aange- I acht. Voor deze eerste bestorting is grind gekozen, omdat dit regelmatig in een dunne I ag kan worden aangebracht en de goede werking van het filter nauwelijks zou storen dien het onverhoopt ook gedeeltelijk op de uitstekende zool zou vallen, adat het gehele stuk door de grindbestorting aan de grond gedrukt was, werd de scanning van de draden aan kop- en staarteinde teruggenomen en kon door het uit- t ekken van de vergrendelde staaldraden, die door een boei boven water bereikbaar I even, de drijftang worden losgekoppeld. De tang aan het staarteinde dreef op, die c an de kop kwam nog gekoppeld aan de zinkbalk bij het ophijsen hiervan aan het ateroppervlak. Bij controle van de ligging door een duiker werden geen openliggende den gevonden. achtenspel bij het zinken de dimensionering van het materieel diende rekening te worden gehouden met de I achten die bij de verschillende handelingen kunnen optreden en waaraan dus weer- s ind geboden moet worden. 203

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 37