Automatische verwerking van peilgegevens Bij de meetdiensten van de Rijkswaterstaat, die gezamenlijk per jaar 50 000 km - meer dan de aardomtrek! - aan raaien peilen, is na de oorlog een sterke behoefte ontstaan aan automatisering, niet alleen van de verwerking van peilgegevens, maar ook bij het opnemingswerk. In het Driemaandelijks Bericht nr. 35 (februari 1966) werd reeds een beschouwing gegeven over de voorbereidingen die werden getroffen om te komen tot automatische verwerking en opneming van peilgegevens. Sindsdien is het automatiseringsproject verder uitgewerkt. In overleg tussen de Rijkswaterstaatsdiensten en de fabrikanten is proefapparatuur ont wikkeld, waarmee de meetresultaten aan boord van de opnemingsvaartuigen automa tisch worden vastgelegd. Deze apparatuur, afgeleverd in de periode van juni tot en met september 1967, is aan boord van een lodingsvlet gemonteerd voor het verrichten van proeven waaruit de deug delijkheid der nieuwe instrumenten zou moeten komen vaststaan, en ook hun geschikt heid om bij alle soorten lodingswerk te worden ingeschakeld. Hoewel deze proeven nog niet beëindigd zijn is toch reeds een behoorlijk inzicht verkregen in de mogelijkheden. De gegevens die bij het opnemingswerk worden verkregen, worden als regel vastgelegd in peilkaarten waarop de diepten ten opzichte van een bepaald vergelijkingsvlak, b.v. N.A.P., als functie van hun plaats staan weergegeven. Aan boord van een peilvlet worden diepte-, plaats- en tijdsbepalingen verricht, terwijl van peilschalen gegevens over de waterstanden worden ingevoegd, en waar nodig nog later correcties worden aangebracht op de radioplaatsbepaling. De factor tijd is onmisbaar om bij de verwerking deze gegevens in hun juiste samenhang te kunnen brengen en ze te kunnen herleiden. Bij de huidige methodes worden de gegevens als volgt verkregen. Het echolood geeft op papier een registratie van de diepte, waarop de waarnemer door merkstrepen de relatie met de plaatsbepalingen legt. De plaatsbepaling geschiedt met behulp van de radio systemen zoals decca, hi-fix of radiolog, die hun meetresultaten respectievelijk op wijzer platen en telwerken weergeven, terwijl het radiolog tevens de papiersnelheid van het echolood regelt en daarbij door automatisch aangebrachte merkstrepen de relatie met de plaatsbepalingen legt. Ook wordt de plaats wel bepaald met optische instrumenten zoals sextant en afstandmeter. De waarnemer leest de tijd af op zijn horloge. 182

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 16