Het opruimen van de ringdijk in het Haringvliet
In de afgelopen jaren werd ongeveer tweederde gedeelte van het stortebed aan de
zeezijde van de uitwateringssluizen in het Haringvliet binnen de bouwput in den droge
aangelegd. Voor het overblijvende derde gedeelte was binnen de ringdijk geen ruimte
meer, zodat de uitvoering daarvan uitgesteld moest worden totdat de bouwput was vol
gelopen en de ringdijk doorbaggerd. In nr. 38 (november 1966) van het Driemaandelijk;
Bericht is in het algemeen over het opruimen van de bouwput en het maken van de
resterende stortebedgedeelten geschreven. Thans zullen we de afgraving van een ring
dijkgedeelte aan de zeezijde en de constructie van de stortebed-beëindiging aan die
kant van de sluis nader bezien.
Aan beide kanten van de sluis verhinderde de aanwezigheid van de bouwputdijk de
complete uitvoering van het stortebed. Aan de rivierzijde besloot men het stortebed
te voltooien wanneer de ringdijk volledig is weggebaggerd; aan de zeezijde echter gaf
men er de voorkeur aan, nog een deel van de ringdijk als bescherming van het werk
te laten staan. Zinkwerk kan moeilijk nauwkeurig worden uitgevoerd onder de directe
aanval van wind en golven vanuit zee. Was het dus aan de ene kant een gelukkige
omstandigheid dat er een dijk voorhanden was in de beschutting waarvan het zinkwerk
kon plaatsvinden, niet minder waar was het, dat die dijk voor een gedeelte juist daar
lag, waar de bezinking moest komen. Uit deze contradictoire situatie was alleen een
uitweg te vinden, wanneer men de ringdijk aan de zeezijde in twee fasen zou afgraven.
Eerst zou de binnenzijde van de ringdijk worden opgeruimd om de nodige ruimte te
scheppen voor het aanbrengen van de zinkstukken. Daarbij moest de kruin van de dijk
worden verlaagd van de oorspronkelijke hoogte op N.A.P. 8 m tot N.A.P. 4 m.
De oorspronkelijke buitenbermen van de ringdijk op N.A.P. 3,50 a 4 m werd de
nieuwe kruin.
Aangezien een hoogte van N.A.P. 4- 4 m niet voldoende was om de golven tijdens
storm te keren was het noodzakelijk op de nieuwe kruin een tijdelijke kering aan te
brengen om golfslag en daarmee ernstige aantasting van het overgebleven dijkgedeelte
aan de binnenzijde tegen te gaan. Voor deze tijdelijke kering werden verschillende
alternatieve oplossingen overwogen. Onder meer werd overwogen om een kade van
zware stortsteen op de nieuwe kruin aan te brengen. Tenslotte werd echter zowel om
technische als financiële redenen besloten de golven te weren met behulp van een
damwand.
188