I e beëindiging der stortebedden aan de zeezijde van de uitwateringssluizen in ;t Haringvliet et laatste derde gedeelte van de stortebedden aan de zeezijde van de uitwaterings- uizen vormt de overgang tussen het reeds eerder gereedgekomen, als filterconstructie itgevoerde deel van het stortebed, en de onverdedigde bodem van de mond van het aringvliet. eze constructie moet in de eerste plaats bestand zijn tegen de spuistroom. Maar ook e golfbeweging zal haar invloed hier doen gelden. Tengevolge van terugkaatsing jgen de schuiven van de uitwateringssluizen kunnen zogenaamde staande golven ont- aan die langs de bodem zulke grote variaties in druk veroorzaken, dat een gewoon inkstuk er geen weerstand meer aan kan bieden: het zand wordt er gewoonweg door een gezogen. Hoewel de laatste tijd zinkstukken met een grotere zanddichtheid in ont wikkeling zijn gekomen, en ook door laboratoriumonderzoek enig inzicht is verkregen i de eisen en mogelijkheden ten aanzien van de zanddichtheid van nieuwe bodembe- chermingsmatten, werd het nog niet verantwoord geacht, de beëindiging van het storte ed aan de zeezijde van de uitwateringssluizen in het Haringvliet al met zulke nieuwe :ukken uit te voeren. De keuze werd voor deze verdediging bepaald op een laag fijn rind 2-5 mm ter dikte van 50 cm, met daarop zinkstukken die waren opgebouwd uitéén aag riet en twee lagen rijshout. Om te voorkomen dat de rietlaag, die aan de onder- jde van het stuk ligt, tijdens het transport gedeeltelijk verloren zou gaan, werd daar- nder nog een laag kippegaas aangebracht. Deze onderste laag riet was dus bestemd m de bovenste laag van de filterconstructie op zijn plaats te houden. Het zinkstuk zou p zijn beurt worden afgedekt met een laag grof grind 3-20 cm ter bescherming tegen antasting door de paalworm, en een laag stortsteen 60-300 kg, waarvan per m2 1000 kg ou worden gestort. >m een praktisch naadloze aansluiting der zinkstukken te verwerkelijken, stak bij elk er stukken aan één zijde een dunnere zool uit, waarop het aansluitende stuk kon wor- en gelegd, zonder dat dat verdikkingen in de bescherming opleverde. Niet alleen orden op deze manier hydraulische oneffenheden vermeden, maar ook is deze manier an aansluiten nog goedkoper dan gewoon overlappend zinken, waarbij de aansluitende ukken dus gedeeltelijk in hun volle dikte over elkaar heenvallen. an de beëindiging van de bezinking is bijzondere aandacht besteed. Uit het vooraf- aand modelonderzoek was gebleken, dat de verdediging moest worden beëindigd on er een helling van 1 2, dan zou de stroom loslaten en dus een ontgrondingskuil 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 27