Fi uur 6 Figuur 7 d met de havenaanleg gepaard gaande toeneming van de komberging toe. Door de st rkere getijstromen ontstond een profielverruiming zodat de gemiddelde snelheden van h t water weer afnamen. T t 1950 is voor het beoordelen van de zouttoestand vooral gebruik gemaakt van de p riodieke bemonsteringen die op verschillende plaatsen aan de oevers van de beneden- ri ieren werden verricht. In 1947 zijn gedurende de periode met kleine rivierafvoeren v< rschillende metingen verricht gedurende een geheel getij, doch deze zijn op de Nieuwe V aterweg slechts verricht in kilometerraai 1030 nabij Hoek van Holland. Tevens is een u gebreid onderzoek ingesteld naar de begrenzing van de zoutinvloed vanuit zee in st oomopwaartse richting. H t resultaat van de analyse van de tot 1952 beschikbare zoutgegevens is weergegeven ir fig. 5, en wel als de gemiddelde waarden van het zoutgehalte van oppervlakte en b dem bij de laagwaterkentering voor een gemiddelde rivierafvoer te Lobith van 2300m 3/ se en een lagere-rivierafvoer van 1150 m3/sec. Het getijvermogen van de Nieuwe Water- w g bedroeg toen bij de mond 175 miljoen m3. De a-waarden behorende bij de boven- v rmelde afvoeren bedragen resp. 37 71 0,52 en 20,5 76 0,27. Ir 1956 is opnieuw een uitgbreide serie afvoer- en zoutmetingen verricht op de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas en de Oude Maas. De metingen in het mondingsgedeelte ven de Nieuwe Waterweg zijn verricht in de raaien 1030, 1026,9 en 1023,4. Gedurende d waarnemingsperiode van 19 tot 27 juni nam de Rijnafvoer te Lobith af van 2550 tot 2! 70 m3/sec. De waarde van a daalde hierdoor van a 44 70 0,63 tot a 38 72 0,53. Er is een opmerkelijk verschil tussen de waargenomen zoutgehalten gedurende de e rste dagen en die van de laatste dagen van het onderzoek. De figuren 6 en 7 geven d resultaten van deze series weer. Het is niet bekend, waardoor het grote verschil van d zouttoestand volgens fig. 7 ten opzichte van die volgens fig. 6 en fig. 5 is veroorzaakt. C nstreeks deze tijd was de Nieuwe Waterweg bij half tij bevaarbaar voor schepen met e n diepgang van 37 tot 38 voet. De petroleumhavens langs de Nieuwe Maas waren be- r< kbaar voor schepen met 37 voet diepgang en de Waalhaven voor schepen met 36 voet d pgang. Het daarna uitgevoerde verbeteringsprogramma heeft de Botlekhavens bereik- 241

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 19