een belangrijk natuurgebied, dat een grote biologische rijkdom vertoont. Door de af- uiting van de zeegaten worden de nu nog aan het getij onderhevige gebieden het sterkst beïnvloed; onvermijdelijk zullen bepaalde plant- en diersoorten verdwijnen. Daar s aat tegenover dat uitgestrekte binnenwateren met droogvallende gronden zullen ont- s aan waarvan bepaalde delen zich tot belangwekkende natuurgebieden zullen ont- ikkelen. I dit Deltagebied is het Grevelingenbekken centraal gelegen. I it de beide vorengenoemde functies van het Grevelingenbekken vloeien beperkingen voort ten aanzien van andere functies. Zo zal het bekken slechts een kleine bijdrage kjnnen leveren tot de zandwinning. Verder is de landbouwkundige waarde van de droog vallende gronden over het algemeen gering, zodat de bestemming tot recreatie- en natuurgebied geen ontwikkelingsmogelijkheden ontneemt aan de land- en tuinbouw. /aterhuishoudkundige betekenis het Grevelingenbekken beslaat een oppervlakte van ongeveer 14 000 ha.: van deze cDpervlakte zal ongeveer drievierde gedeelte uit water bestaan. Op het Grevelingen- b ïkken wateren thans ongeveer 15 000 ha op het oude land gelegen gronden af; ongeveer 1 000 ha hiervan kunnen tevens afwateren op de Oosterschelde. Na voltooiing van het Deltaplan zal het Grevelingenbekken tevens fungeren als een potentiële aanvoerweg v;in zoet water naar ongeveer 29 000 ha rond dat bekken gelegen gronden. Voor de ver- v achte ontwikkeling van de tuinbouwgrond op Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duive- I' nd moet dit van grote betekenis worden geacht. T n behoeve van de waterkwaliteitsbeheersing zal het water in het bekken regelmatig n oeten worden ververst. Daartoe zal water moeten worden ingelaten via een in de C revelingendam te bouwen inlaatwerk en water moeten worden geloosd via een in de B ouwersdam op te nemen lozingsmiddel. Deze lozing zal in de toekomst in een wat on- z kere positie komen te verkeren als gevolg van de kustontwikkeling voor de dam. Het ii dan ook mogelijk dat tezijnertijd mede zal moeten worden overgeschakeld op een a idere wijze van lozing, bijvoorbeeld naar de mond van het Haringvliet via een door- g aving van de Hals van Goeree. De watervoorziening van de bevolking en de industrie begint in het zuidwesten van ons Ie nd moeilijkheden op te leveren, en deze moeilijkheden zullen in de toekomst nog toe- n men. Een groot deel van de behoefte aan water zal in de toekomst uit oppervlakte- v\ .iter moeten worden gedekt. Uit een oogpunt van waterkwaliteit komen van de delta- b kkens alleen de meer noodoostelijk gelegen delen als bronnen van water in aanmer- k ïg. Het meest zuidwestelijk gelegen punt dat in dit opzicht nog goede mogelijkheden b edt, ligt nabij de Grevelingendam. Ten opzichte van mogelijke zwaartepunten van water- b hoefte ligt dit punt niet ongunstig. Met het oog op de noodzaak tot het overbruggen v n perioden met onvoldoende waterkwaliteit dient de waterproduktie te geschieden met ti senschakeling van een spaarbekken. C D grond van het vorenstaande is in het oostelijk deel van het Grevelingenbekken ruimte g reserveerd voor de aanleg van een spaarbekken met een oppervlakte van 1000 ha, w i.arin door het toelaten van een zekere peilvariatie drinkwater kan worden opgeslagen. I" >ewel het onderzoek naar de technische aspecten van dit spaarbekken nog niet geheel i afgesloten moet het zeker mogelijk worden geacht om ter plaatse jaarlijks 100 mil- jc 3n m3 drinkwater te produceren met een zoutgehalte van normaal niet meer dan 0 mg Cl'/I. Alleen in zeer droge jaren zal dit zoutgehalte kunnen toenemen tot 2.0 mg Cl'/I. 245

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 23