Y
II,
N
Fig. 13. De zoutgradiënt in gram chloorion per
liter per meter lengte en per eenheid van gemid
delde ebsnelheid als functie van de diepte en het
lokale gemiddelde van het chlooriongehalte tijdens
de laagwaterkentering
0.008
chlooriongehalte: i
Fig. 14. Verloop van de factor b bij de laagwater
kentering als functie van de diepte, de rivierafvoer
en het lokale vloedvolume.
VERSCHIL VAN HET CHLOORIONGEHALTE NABU DE BODEM
EN NAB'J DE OPPERVLAKTE TEN OPZICHTE VAN HET
GEMIDDELOE CHLOORIONGEHALTE K
Fig. 15. Gemiddelde chlooriongehalten tijdens de
laagwaterkentering bij verschillende raaien in de
mond van de Nieuwe Waterweg van 1892-1967, als
functie van de rivierafvoer en het vloedvolume.
A
1 km 1034 (1892-1967) 4-km 1030 {1892-1907}
2—km 1030 (1963-1967) 5- km 1026 (1952-1956)
3- km 103O 1952-1956) 6- km 1026 1892 -1907)
»km 1026 (1963-1967)
RIVIERAFVOER PER GET'J t ov. HET VLOEDVOLUME -
288
