-men van meer dan 12 meter diep, maar dat het mondingsgedeelte slechts een diepte eft van 4 meter beneden N.A.P. In dit ondiepe gedeelte bereikten de zoutgradiënten er hoge waarden. In het meest zeewaarts gelegen meetpunt werd bij de laagwaterken- ing een chlooriongehalte gemeten van 7500, respectievelijk 4500 mg/1. De kruising van hoofdgeul met de dieptelijn van N.A.P. - 10 m langs de kust ligt niet meer dan 6 km n dit punt verwijderd. In datzelfde meetpunt werd op beide dagen bij de hoogwater- ntering 18 000 mg/1 gemeten, hetgeen eveneens wijst op een zeer grote zoutgradiënt dit ondiepe gedeelte. Gegevens over zoutmetingen in meer zeewaartse punten ont- eken voor dit gebied, zodat het niet mogelijk is onze berekeningen in dit gebied in e opzichten te toetsen. Niettemin is het verband tussen waterdiepte en zoutgradiënt idelijk aangetoond. zouttoestand in het mondingsgebied van het Haringvliet lijkt sterk op die van de elsche Maas voor de afsluiting in 1950. De geulen zijn in het Haringvliet in het alge- 293

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1968 | | pagina 15