dammen. Een en ander betekent een verzwaring van het dijklichaam en een verhoging van de dijkkruin. Verder zal deze aanpassing vóór de afsluiting voltooid dienen te zijn opdat direct na de afsluiting van de Oosterschelde een optimale veiligheid wordt ver kregen. Uit gemaakte ramingen voor de afsluiting volgens de drie mogelijk tracés blijkt dat de totale kosten elkaar niet veel ontlopen: voor tracé A zouden ze ca. f560 min. bedragen, voor tracé B ca. f600 min., en voor tracé C ca. f570 min. Direct aanwijsbare kostenver schillen vloeien voort uit de totale damlengte (bij tracé A: 7,8 km, bij tracé B: 9,4 km en bij tracé C: 9,0 km), de grootte van de te dichten geulen, en de lengte der dijkverzwarin gen (bij tracé A: 2 km, bij tracé B: 6 km en bij tracé C: 2 km). De kosten van een oostelijke afsluiting worden geraamd op ca. 450 min. gulden. Dit be drag dient nog te worden vermeerderd met de kosten van verzwaren en op Delta-hoogte brengen van de bij een oostelijke dam buiten de afsluiting blijvende ca. 36 km dijklengte 355

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 21