De aanleg van een werkeiland op de Roggenplaat in de Oosterschelde Analoog aan de werkwijze die bij de overige afsluitdammen in het Deltagebied is ge volgd, worden ook de1 eigenlijke afsluitingswerken in de Oosterschelde voorafgegaan door de aanleg van werkhavens, die als basis dienen van waaruit materieel en materia len naar en in het werk worden gebracht. Aan de Schouwense kant kwam in mei 1968 de werkhoven 'Schelphoek' gereed; de werkhoven 'Sophiapolder' aan de Noordbeveland- se oever zal in het voorjaar van 1969 worden voltooid. Daarmee zal het toekomstig werkgebied in de mond van de Oosterschelde in voldoende mate ontsloten zijn; daar door kan reeds in 1969 een begin gemaakt worden met de eigenlijke afsluiting van de laatste en grootste in het kader van het Deltaplan af te sluiten zeearm, de Oosterschelde. De veranderingen in de getijbeweging die zullen optreden als gevolg van de blokkering van het Volkerak (zie Driemaandelijks Bericht nr. 45, augustus 1968) maken het namelijk nodig dat de afsluitingswerkzaamheden zo snel mogelijk worden begonnen, en in een zo hoog mogelijk tempo worden uitgevoerd. De werkwijze die in de Oosterschelde zal worden gevolgd, wijkt enigszins af van die welke bij de andere dammen werd toegepast, waar men steeds begonnen is met het aanleggen van damgedeelten over de zandplaten in het tracé. De bouw van een dam- vak op deze ondiepten had slechts een geringe wijziging tot gevolg in het stromings beeld van de desbetreffende zeearm. In de Oosterschelde echter ligt het platengebied in het tracé van de afsluiting betrekkelijk diep. De bouw van een dam daar zou de waterbeweging reeds merkbaar beïnvloeden. Om deze reden gingen de gedachten voor de Oosterscheldedam uit naar een uitvoeringsvolgorde waarbij eerst drie steunpunten in de vorm van werkeilanden met havens en terreinen zouden worden aangelegd ter plaat se van de ondiepste gedeelten in het tracé. Door voor deze steunpunten de vorm te kiezen die op grond van proeven in het Waterloopkundig Laboratorium in hydraulisch opzicht het meest gunstig wordt geacht, kan het algemene stroombeeld tijdens eb- en vloedstroom vrijwel ongestoord blijven, en de ontgrondingen dientengevolge beperkt tot een aanvaardbaar minimum. Door de afsluiting van het Volkerak in het voorjaar van 1969 zullen de stroomsnelheden in de Roompot toenemen met 5 a 10%, waardoor de stroomaanval op de oever van Noord-Beveland vergroot wordt. Ter bescherming daartegen wordt op die oever een grindbestorting aangebracht. De bestortingswerkzaamheden, die in 1968 zijn begonnen, komen echter pas in de loop van 1969 gereed. Om deze oever in de overgangsperiode 360

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 26