V "7 - 90 - 80 - 70 - 60 28/9 5/10 12/10 19/10 1 STROOMSNELHEID VERKLEINING DOOR STROMINGSPROFIEL Verloop van de maximale stroomsnelheid en de verkleining van het doorstroomprofiel tijdens de sluiting zien van 20 tot 40%. Tot N.A.P. 7 a 9 m echter bleef het slibgehalte beperkt tot 10 a 15 Verwacht kon worden dat het slib door de aanwezige getijbeweging wel weggespoeld zou worden, maar door de geringe stroomsnelheden tijdens het eerste driekwart deel van de sluiting niet ver. Het uiteindelijke damlichaam dat over de beteugelingsdam moest komen te liggen, zou van de neergeslagen sliblagen hinder kunnen ondervinden. Het slib zou ook de toegang tot de vissershaven kunnen blokkeren. Aangezien de haven bereikbaar moest blijven, zowel voor werkverkeer als voor de vissers van Goeree en Stellendam, was hei zaak te voorkomen dat er veel slib zou worden afgezet. Daarom werd besloten op de winplaats tot maximaal 7 a 9 m beneden N.A.P. te zuigen. Als voorzorgsmaatregel werd bovendien de vaargeul naar de haven, voordat met spuiten werd begonnen, op een grotere diepte gebracht, en wel op ongeveer N.A.P. - 5 m. Dat dit geen overbodige maatregel is geweest bewees de overgebleven diepte nadat de primaire dam was aangebracht. Er waren twee mogelijkheden om te sluiten. Men kon van noord naar zuid of van zuid naar noord werken. Ook is nog in overweging genomen of vanaf beide zijden gewerkt kon worden, maar dat bracht te veel praktische bezwaren mee. Om de dam van noord naar zuid te spuiten zou men langere persleidingen nodig hebben, maar daar stond als voordeel tegenover dat juist in de laatste fase van de sluiting, wanneer de grootste verliezen verwacht werden, een groot deel van het door de stroom meegevoerde zand nog zou neerslaan binnen het profiel van de uiteindelijke dam. Nadelig was, dat de voortgang van de sluiting juist in de laatste fase de meeste tijd zou vergen, omdat dan het diepste gedeelte volgespoten moest worden. Daarom werd toch de voorkeur gegeven aan sluiting van het zuiden naar het noorden omdat daarbij als laatste het minst diepe deel van de geul werd gedicht zodat de voortgang in de eindfase het snelst zou zijn. Ook kon bij deze opzet een veel eenvoudiger perspijpenplan worden gemaakt. Om moei lijkheden te voorkomen die konden ontstaan wanneer stroomsnelheden in het sluitgat het restant van de ringdijk van de uitwateringssluizen zouden aantasten, werden op het mogelijk bedreigde punt twee zinkstukken aangebracht. Voor de sluiting werden twee cutterzuigers ingezet, de 'Nassau Bay' en de 'Ammerstol'. Gedurende de eerste vier weken werd de geperste hoeveelheid zand aangevuld met een hoeveelheid die gewonnen werd uit de verdieping tot N.A.P. 10 m van de toeleidings- 375

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 41