11 bied dat onderhevig is aan getijbewegingen altijd grotere of kleinere veranderingen in de bodemgesteldheid optreden als gevolg van sedimentatie en erosie. In een bijgevoegde figuur is aan de hand van de bij de laatstgenoemde opnamen ver kregen gegevens de gesteldheid weergegeven van de laag van 0 tot 25 cm beneden het maaiveld. Dat is ongeveer de toekomstige bouwvoor. Het reproduceren van een kaart die de bodemgesteldheid gedetailleerd weergeeft, is in dit tijdschrift niet mogelijk, omdat de bodemgesteldheid in een niet onbelangrijk deel van het gebied over korte afstand zo snel wisselt, dat voor een juiste weergave een schaal 1 10 000 nodig is. Bovendien is het gebruikelijk op bodemkaarten de aard van het profiel tot een diepte van 80 cm tot een meter beneden het maaiveld weer te geven. Ook dit is op de hier gebruik te schaal niet mogelijk. Daar staat tegenover dat de gesteldheid van de bovenste laag van het profiel wel het belangrijkste is, omdat eigenschappen als stuifgevoeligheid, begaanbaarheid, bewerkbaarheid, vruchtbaarheid in belangrijke mate door deze laag worden bepaald. Bovendien is er veelal een zekere correlatie tussen de zwaarte van de bovenste laag en die van de wat dieper gelegen lagen. Ruwweg zijn de diepere lagen even zwaar of lichter dan de bovenste laag. Bijgaande bouwvoorkaart geeft dus tevens een ruwe indicatie voor de gesteldheid van de diepere lagen tot 70 cm a 1 m beneden het maaiveld. Het is onmogelijk alle eigenschappen van een grond op één kaart te verenigen. Men kiest dan één, zonodig meer, kenmerkende eigenschappen, waar andere eigenschappen een bekende samenhang mee vertonen. In mariene sedimenten neemt men daarvoor veelal het lutumgehalte. Dat is het gewichtspercentage op droge grond aan deeltjes die kleiner zijn dan 0,002 mm. Hoe hoger dit lutumgehalte is, des te kleiiger gedraagt de grond zich. De voor mariene sedimenten gebruikelijke indeling in 10 klassen is voor ons doel niet bruikbaar; op het bijgevoegde bodemkaartje is terwille van de overzichtelijkheid telkens een aantal lutumklassen samengevoegd. Tabel 1. Indeling naar lutumgehalte van jonge mariene gronden Gebruikelijke indeling Vereenvoudig ide indeling code lutumgehalte benaming klasse benaming 0 1 0 - 1,5 1,5- 3 kleiarm zand A kleiarm zand B 1' kleiarm zand 2 3-5 kleihoudend zand A II kleihoudend zand 3 5-8 kleihoudend zand B 4 5-8 lichte zavel A lichte zavel 5 8 -12 lichte zavel B 6 7 12 -18 18 -25 zware zavel A zware zavel B l'V zware zavel 8 25 -35 klei A V klei 9 35 -50 klei B s v 10 >50 klei C Ook de bij gronden met minder dan 8% lutum gebruikelijke nadere indeling naar de fijnheid van het zand moest op het kaartje achterwege blijven. De regionale verspreiding van de verschillende lutumklassen hangt nauw samen met de sedimentatie-omstandigheden. Naarmate het milieu in sterkere mate onderhevig is aan 380

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 46