A. De werken van het Deltaplan
Keuze van het tracé voor de Oosterscheldedam
Het tijdschema voor de verwerkelijking van het Deltaplan maakt het nodig met de eigen
lijke afsluitingswerkzaamheden in de Oosterschelde in 1969 een begin te maken en de
dam te voltooien in 1978. Vóór met de uitvoering kon worden begonnen moest een plan
worden opgesteld, allereerst ten aanzien van het tracé van de dam. De Rijkswaterstaat
heeft daartoe een nota voorbereid, waarin een aantal mogelijke tracés wordt genoemd
en vergeleken, en één tracé met name aanbevolen. De tekst van deze nota wordt hier
onder - met weglating van de paragrafenindeling - in extenso afgedrukt, terwijl op één
punt een nadere opheldering is toegevoegd die door de Rijkswaterstaat op verzoek van
de Raad van de Waterstaat werd verstrekt.
De afsluiting van de Oosterschelde zal het sluitstuk zijn van de Deltawerken en tevens de
moeilijkste en meest riskante van alle afsluitingen die in de Deltawet zijn voorzien.
Terecht is gesteld dat deze afsluiting als laatste verricht zou moeten worden om eerst
zoveel mogelijk ervaringen op te doen bij de overige afsluitingswerken. Ervaringen zijn
inderdaad opgedaan en nieuwe werkmethoden zijn ontwikkeld, alhoewel de grote af
sluitingswerken in het Haringvliet, Volkerak en Brouwershavensche Gat nog voltooid
moeten worden. Deze ervaringen hebben er echter niet toe geleid dat de afsluiting van
de Oosterschelde zich thans minder zwaar doet aanzien dan bij de aanvang van de
Deltawerken het geval was. Zowel van de ontwerpers als van de aannemers zullen
maximale krachtsinspanningen worden geëist om dit werk, dat gemeten naar het getij
volume meer dan driemaal zo omvangrijk is als dat in het Brouwershavensche Gat, tot
een goed einde te brengen.
Door het aannemen van de Deltawet is in beginsel gekozen voor de methode om door
verkorting van de hoogwaterkeringen de beveiliging van het land tegen hoge storm
vloed te vergroten. Deze keuze leidt ertoe er naar te streven dat de dam tussen Schou
wen en Noord-Beveland een zover mogelijk naar zee opgeschoven tracé krijgt, doch zo
als de memorie van toelichting op de wet reeds aangeeft is het mogelijk dat de uitvoe
ring andere eisen stelt.
In deze nota zullen daarom in verband met elkaar worden bezien en voor zover nodig
tegen elkaar worden afgewogen, het belang van een zo groot mogelijke verhoging van
de toekomstige veiligheid door het zover mogelijk zeewaarts leggen van de afsluitdam
en het belang van het zo klein mogelijk houden van de risico's van uitvoering zowel bij
339