Afsluiting van het Noord-Pampus AMMERSTOL" Op maandag 30 september 1968 werden de 34 schuiven van de uitwateringssluizen in het Haringvliet geheven. De toeleidingsgeulen zowel aan de zee- als aan de rivierzijde waren tot N.A.P. - 6 m uitgediept. Daartoe was in anderhalf jaar ongeveer 3 miljoen m3 grond verwijderd. Door het heffen van de schuiven werd het doorstromingsprofiel van het Haringvliet in het dwarsprofiel over de uitwateringssluizen met 5500 m2 beneden de N.A.P.-lijn vergroot. Het gevolg was dat de stroomsnelheden ten noorden van de uitwateringssluizen in het Rak van Scheelhoek, en ten zuiden ervan in het Noord-Pampus sterk afnamen. Hierdoor werd het mogelijk het 400 m brede Noord-Pampus met behulp van ter plaatse gewonnen zand dicht te spuiten. De afsluiting van de zuidelijke geul zou weer 2500 m2 afnemen van het kort tevoren met 5500 m2 verruimde doorstromings profiel. In het Waterloopkundig Laboratorium waren van tevoren proefnemingen verricht om na te gaan of de stroomsnelheden in het Noord-Pampus door het openen van de uit wateringssluizen voldoende terug zouden vallen om de geul met ter plaatse gewonnen zand te kunnen sluiten. Tevens was onderzocht of de stroomsnelheden in het zich steeds vernauwende sluitgat niet te hoog zouden oplopen. Het bleek in het Laboratorium moge lijk om het Noord-Pampus onder de te verwachten omstandigheden volledig met zand te sluiten. Voor onverwachte moeilijkheden werd 40 000 ton mijnsteen bij de hand gehou den om de sluiting zo nodig te forceren. Hoeveel zand er wekelijks zou moeten worden gespoten bepaalde men door weersom standigheden te veronderstellen die zouden resulteren in vloedsnelheden tot 1,20 m/sec. Tevens werd het optreden verdisconteerd van zandverliezen, waarvan de grootte met be hulp van eerder opgedane praktijkervaringen globaal kon worden berekend. Om de gewenste voortgang van de sluiting te verkrijgen werd de minimaal gewenste zandhoe- veelheid op 150 000 m3 per week bepaald. Hierbij inbegrepen was een berekend verlies van ca. 10% van de over de hele periode totaal in te brengen hoeveelheid zand, het slib alle deeltjes kleiner dan 50 mikron niet meegerekend. Aangezien voor het leg gen van de beteugelingsdam zonder verliezen globaal 1 miljoen m3 zand nodig was, kon de sluiting wanneer er geen complicaties optraden in ongeveer 8 weken haar beslag krijgen. Uit grondboringen was gebleken dat het benodigde zand ongeveer 2,5 km van de sluiting kon worden gewonnen. Detailboringen in het wingebied gaven beneden N.A.P. 7 a 9 m hoge slibgehaltes te 372 Overzicht van de afsluitdam in het Noord-Pampus

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1969 | | pagina 38