ceerd. Bovendien moet de absolute grootte van het model zodanig zijn dat het betrokken
verschijnsel met de beschikbare apparatuur in het model gemeten kan worden. Dit be
paalt onder meer de schalen van de verticale en horizontale afmeting. Het accepteren
van onvolkomenheden betekent echter dat waar zulks mogelijk is hoge eisen gesteld
moeten worden aan de ijking van het model. Ter ijking van een model wordt in de uit
gangssituatie de weergave van de belangrijke verschijnselen in het model vergeleken
met de werkelijkheid, zoals die met behulp van natuurmetingen is waargenomen.
Tenslotte volgt een opgave van de schaalmodellen die momenteel in het Waterloop
kundig Laboratorium te Delft en in de Noordoostpolder ten behoeve van de Deltawerken
in bedrijf zijn, en het doel dat met de onderzoekingen in deze modellen wordt beoogd.
Tot voor kort bestond een waterloopkundig model, waarin de getijbeweging in het gehele
Deltagebied kon worden gerealiseerd. De taak van dit model is nu overgenomen door
de Deltar; dit analogon-model is beschreven in Driemaandelijks Bericht nr. 18 (november
1961). Voor het zuidelijk Deltagebied zijn overzichtsmodellen gebouwd in het Water
loopkundig Laboratorium 'De Voorst'. Door de afsluiting van het Volkerak worden immers
noordelijk en zuidelijk Deltagebied volledig gescheiden.
Het overzichtsmodel voor het Brouwershovensche Gat heeft een horizontale schaal van
1 300 en een verticale schaal van 1 100. In dit model wordt de getijbeweging nage
bootst. De plaats van de afsluiting is met behulp van de resultaten van dit model vast
gesteld. Het model levert ook de randvoorwaarden voor de detailmodellen van de af
sluiting van het Brouwershovensche Gat, terwijl er tevens in onderzocht wordt op welke
wijze de twee sluitgaten, in verband met de getijbeweging, elkaar zullen beïnvloeden.
Van het zuidelijk sluitgat in het Brouwershovensche Gat bestaat een permanentiemodel,
dus zonder getijbeweging, met een horizontale en verticale schaal van 1 60. De details
van de waterbeweging in het sluitgat en de bodembescherming worden erin bestudeerd.
In het detailmodel van het noordelijk sluitgat van het Brouwershovensche Gat wordt ook
de plaatsingsvolgorde van de caissons bestudeerd.
De Oosterscheldeproblematiek wordt voorlopig onderzocht in een overzichtsmodel met
getijbeweging van een gedeelte van de Oosterschelde. De horizontale schaal hiervan is
1 300 en de verticale schaal 1 100. Dit model wordt binnenkort vervangen door een
402